Les 2 - Hoe creëer je een goede UX?

Domein P
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Domein P

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les ken je de tien regels van user interface design van Nielsen en het UX-model van Hassenzahl & Tractinsky die ingaat op de gevoelsmatige aspecten van een user interface.

Slide 2 - Tekstslide

User interface design
Jakob Nielsen heeft tien regels voor User Interface
Design opgesteld. Deze regels helpen om de usability van een product te verbeteren en de praktische
(functionele) doelen van UX te behalen.

Slide 3 - Tekstslide

Regel 1: Laat zien wat er gebeurt
Het is belangrijk om de status van de app weer te geven.

Slide 4 - Tekstslide

Regel 2: Overeenkomst systeem en echte wereld 
Spreek dezelfde taal als de gebruikers, gebruik de termen die zij ook gebruiken en de icoontjes waaraan zij gewend zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Regel 3: Gebruiker heeft controle en vrijheid
De gebruiker moet beslissingen ongedaan kunnen maken. Bijvoorbeeld door op een pijltje te klikken om een stap terug te gaan.

Slide 6 - Tekstslide

Regel 4: Wees consistent
Gebruik elementen, symbolen en acties waar de gebruiker aan gewend is. Dat kunnen bepaalde
woorden zijn, maar ook de plek van bepaalde functies en lay-out op een pagina.

Slide 7 - Tekstslide

Regel 5: Voorkom fouten
Het tonen van een foutmelding die niet aangeeft wat anders moet zal een gebruiker als vervelend ervaren en de app verlaten. Help de gebruiker dus altijd met het aangeven van wat er fout is gegaan of hoe hij het goed kan doen of tref maatregelen om fouten te voorkomen.

Slide 8 - Tekstslide

Regel 6: Zorg dat de gebruikers niets hoeft te onthouden
Zorg dat de app de dingen onthoudt die belangrijk zijn, of toon die informatie nog een keer waar deze nodig is.

Slide 9 - Tekstslide

Regel 7: Flexibiliteit en efficiency
Een app moet makkelijk in gebruik zijn, maar een ervaren gebruiker moet ook het idee hebben een app zelfs aan te kunnen passen, bijvoorbeeld door bij instellingen naast basisinstellingen ook geavanceerde instellingen te hebben.

Slide 10 - Tekstslide

Regel 8: Hou het minimaal en verfijnd
Zorg ervoor dat de gebruiker
zijn taak op de app kan uitvoeren en schrap overbodige content. Dit geldt zowel voor functionaliteiten als teksten als de vormgeving.

Slide 11 - Tekstslide

Regel 9: Maak foutmeldingen minder eng
Maak van foutmeldingen een beleefde melding. Leg uit wat er aan de hand is, leg de schuld niet bij de
gebruiker en zorg voor een makkelijke vluchtroute.

Slide 12 - Tekstslide

Regel 10: Bied een helpende hand
Bied een helpende hand in de vorm van een ‘help’ of documentatie. Maar alleen als het nodig is.
Eigenlijk moet de app al helemaal duidelijk zijn zonder hulp.

Slide 13 - Tekstslide

Model Hassenzahl & Tractinsky

Slide 14 - Tekstslide

Beleving
De
beleving bij het gebruik van een product of dienst komt voort uit een combinatie van onderstaande aspecten:

  • Het product dat gebruikt wordt
  • Waarvoor het product gebruikt wordt
  • De verwachting die de gebruiker heeft bij het gebruik van het product
  • Het humeur van de gebruiker vooraf, tijdens en na afloop van het gebruik van het product
  • De activiteit waarmee de gebruiker bezig is bij het gebruik van het product

Slide 15 - Tekstslide

Niet-functionele aspecten
Niet-functionele aspecten hebben niets te maken met wat je met een product kunt doen maar kunnen bijdragen aan plezier en genot van de gebruiker.

De kleur van het winkelmandlogootje maakt voor de functie van de knop niet uit, maar kan wel de beleving bij het gebruik van de website beïnvloeden.

Slide 16 - Tekstslide

Emotie
Emoties worden
opgewekt bij het gebruiken van een product of dienst. Emoties kunnen het oordeel van de  gebruiker beïnvloeden ten opzichte van het product of de dienst.

Slide 17 - Tekstslide