Atoommassa en moleculaire massa

Planning
Atoommassa en molaire massa.
- Jullie kunnen uitleggen wat relatieve atoommassa inhoudt. 
- Jullie kunnen de molaire massa van een molecuul berekenen.

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning
Atoommassa en molaire massa.
- Jullie kunnen uitleggen wat relatieve atoommassa inhoudt. 
- Jullie kunnen de molaire massa van een molecuul berekenen.

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Atoommassa en molaire massa.
- Jullie kunnen uitleggen wat relatieve atoommassa inhoudt. 
- Jullie kunnen de molaire massa van een molecuul berekenen.

Huiswerk controle
Zelfstandig werken.

Slide 2 - Tekstslide

Wat zegt de nummer 12 in C-12.
A
Het massagetal
B
Het atoomnummer

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een isotoop?

Slide 4 - Open vraag

Hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft F-19.

Slide 5 - Open vraag

Wat is de atoommassa van F-19 (in u)?

Slide 6 - Open vraag

Atoommassa
Atoommassa: is de massa van de protonen en neutronen opgeteld tot de massa  (in u of kg) van een atoom.

Massagetal: is het aantal protonen en aantal neutronen bij elkaar opgeteld. 

Slide 7 - Tekstslide

Atoommassa in kg
1 u = 1,66 x 10-27 kg

Op je rekenmachine gebruik je het knopje:
x10n  of  EXP  of   10 en ^

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de atoommassa van F (in kg)?
Atoommassa: 19 u

Slide 9 - Open vraag

Bereken atoommassa van Cl in u en in kg
- Hoeveel protonen, neutronen en elektronen zijn er?

- Wat is het atoommassa in u?

- Wat is het atoommassa in kg?
timer
2:00

Slide 10 - Tekstslide

Bereken atoommassa van Cl in u en in kg
- Hoeveel protonen, neutronen en elektronen zijn er?
protonen: 17, neutronen: 35 - 17 = 18, elektronen: 17
- Wat is het atoommassa in u?
35 x 1u = 35 u
- Wat is het atoommassa in kg?
35 u x 1,66x10-27 kg = 5,81 x 10-26 kg

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de relatieve atoommassa van Cl volgens het periodiek systeem?

Slide 12 - Open vraag

Verschil atoommassa en relatieve atoommassa
.
Waarom is Cl niet 35 u maar 35,45 u? 

Chloor heeft twee isotopen (Cl-35 en Cl-37). In de natuur komt Cl-35 komt 75,78% voor en Cl-37 voor 24,22%.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe we bepalen waar chemische wapens, bommen en lijken vandaan komen.

Slide 14 - Tekstslide

Het analyseren van weefsel van dieren.

Slide 15 - Tekstslide

Molaire massa
Molaire massa (M), hoeveel een molecuul weegt. 

Optelsom van de atoommassa's van alle atomen in een molecuul. 


Slide 16 - Tekstslide

Opgaves
Huiswerk volgende les =
Paragraaf 3.4: opgave 1 t/m 3
Paragraaf 3.2 

Niet af = flexuur

Slide 17 - Tekstslide

Hoofdstuk 3, paragraaf 4
deel 2

Slide 18 - Tekstslide

Vorige les
Jullie kunnen de massa van een atoom bepalen in u en kg. 

Slide 19 - Tekstslide

Wat kunnen jullie na deze les?
Molaire massa berekenen.
Benoemen wat een mol is.
Rekenen met een mol.

Slide 20 - Tekstslide

Molaire massa
De molaire massa is de massa van een molecuul.

Slide 21 - Tekstslide

Molaire massa
De molaire massa is de massa van een molecuul.
Te berekenen door de massa van alle atomen op te tellen. 

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de molecuulformule van water?

Slide 23 - Woordweb

Wat is de massa van H2O (in u)?
Tip, hoeveel wegen alle atomen?

Slide 24 - Open vraag

Wat is de molaire massa van roest (Fe2O3)?

Slide 25 - Open vraag

Molaire massa
De molaire massa is de massa van een molecuul.
Ook wel gegeven in de grootheid gram per mol (g/mol).

Slide 26 - Tekstslide

Molaire massa
De molaire massa is de massa van een molecuul.
Ook wel gegeven in de grootheid gram per mol (g/mol).

Wat is een mol?

Slide 27 - Tekstslide

Wat is een mol?
Een mol in scheikunde geeft 
een aantal deeltjes aan. 


Slide 28 - Tekstslide

Wat is een mol?
Een paar =
2 sokken
Een dozijn = 12 eieren

Slide 29 - Tekstslide

Wat is een mol?
Een mol geeft een aantal deeltjes aan. 
1 mol = 6,022 x1023 deeltjes



Slide 30 - Tekstslide

Wat is een mol?
Een mol geeft een aantal deeltjes aan. 
1 mol = 6,022 x1023 deeltjes



Getal van Avogadro 
 

Slide 31 - Tekstslide

Hoeveel deeltjes heb ik met een halve mol?

Slide 32 - Open vraag

Hoeveel deeltjes heb ik bij 9 mol?

Slide 33 - Open vraag

Waarom gebruiken we een mol?
Een druppel heeft miljoenen water-moleculen.


Slide 34 - Tekstslide

Waarom gebruiken we een mol?
Een druppel heeft miljoenen water-moleculen.
Bij het ontleden van water ontstaat: 
2 H2O --> 2 H2 + O2


Slide 35 - Tekstslide

Waarom gebruiken we een mol?
Een druppel heeft miljoenen water-moleculen.
Bij het ontleden van water ontstaat: 
2 H2O --> 2 H2 + O2

Bij het ontleden van 1 druppel water-moleculen
ontstaat 3 x miljoenen waterstof en zuurstof moleculen

Slide 36 - Tekstslide

Waarom gebruiken we een mol?
Rekenen met heel veel deeltjes (moleculen of atomen) is onhandig, daarom gebruiken we mol. 

Slide 37 - Tekstslide

Waar komt de mol vandaan?
Molaire massa van water: 18,016 u
1 mol water weegt: 18,016 g



Slide 38 - Tekstslide

Waar komt de mol vandaan?
Molaire massa van water: 18,016 u
1 mol water weegt: 18,016 g

Molaire massa van water: 18,016 g/mol



Slide 39 - Tekstslide

Hoeveel mol is 9,008g water?

Slide 40 - Open vraag

Aan de slag
Huiswerk:
Paragraaf 3.2


Niet af? flexuur

Slide 41 - Tekstslide

Stappenplan berekenen van mol
1) Schrijf alle gegevens op.
2) 

Slide 42 - Tekstslide

Als ik 7,0g zwaveldioxide pak, hoeveel mol is dit?

Slide 43 - Open vraag

Wat is het verschil tussen massagetal en atoommassa.

Slide 44 - Open vraag

Wat is de relatieve atoommassa?

Slide 45 - Open vraag