1.5 Logistiek LJ1 N4 2023 2024

1.5 Logistiek 2023 2024
Op tijd zijn.
Luisteren naar elkaar ook naar de docent!
Vragen stellen mag, graag zelfs!
Huiswerk is eigen verantwoordelijkheid.
Mobiele telefoon.

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
LogistiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1.5 Logistiek 2023 2024
Op tijd zijn.
Luisteren naar elkaar ook naar de docent!
Vragen stellen mag, graag zelfs!
Huiswerk is eigen verantwoordelijkheid.
Mobiele telefoon.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud van deze les:
Definitie van transport
Intern transport
extern transport
Wet en regelgeving

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen:
  1. We kunnen uitleggen wat transport is;
  2. We kunnen voorbeelden geven van intern transport;
  3. We noemen vormen van extern transport;
  4. We kunnen vertellen uit welke 3 onderdelen de Arbowet bestaat.
  5. We weten wat de rol van de FM is bij veilig transport. 

Slide 4 - Tekstslide

Wie kent de definitie van transport? 

Slide 5 - Tekstslide

Definitie van transport
Transport is het verplaatsen van mensen en middelen. 
Dit dient  op een efficiënte en effectieve manier te gebeuren.

Slide 6 - Tekstslide

We onderscheiden 2 soorten transport: 
  1. Intern transport;
  2. Extern transport.  

Slide 7 - Tekstslide

Intern transport vindt plaats binnen een pand of op het terrein van een organisatie

Slide 8 - Tekstslide

Waarom intern transport:
  1. Bevoorraden van een afdeling of fabriek;
  2. Logistieke proces op gang houden;
  3. Afvoeren van afval;
  4. Zaken verplaatsen;
  5. Verdelen van zaken bijvoorbeeld de post;
  6. Klaarzetten voor extern vervoer;
  7. Opslaan van spullen;

Slide 9 - Tekstslide

Welke voorbeelden van intern transport ken je?

Slide 10 - Open vraag

Wat zijn interne transportmiddelen?
A
Heftruck, rollenbaan en vrachtwagen.
B
Rollenbaan, vrachtwagen en steekwagen
C
Steekwagen, heftruck en vrachtwagen.
D
Heftruck, rollenbaan en steekwagen

Slide 11 - Quizvraag

Waarom is intern transport de smeerolie van het bedrijf? Noem voorbeelden.

Slide 12 - Open vraag

Wie weet hoe groot een europallet is? En waarom?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

Extern transport
Extern transport vindt plaats vanaf een bedrijf naar een klant of een leverancier. Of van leverancier naar leverancier. 

Slide 15 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van
een extern transportmiddel

Slide 16 - Woordweb

Welk transportmiddel? 
Je wilt het juiste transportmiddel kiezen voor de juiste producten. Je let hierbij op: 
  1. Kwetsbaarheid van het product, bijvoorbeeld bloemen;
  2. De grootte van het product, bijvoorbeeld auto's.

Slide 17 - Tekstslide

Welk transport kies je voor het vervoer van olie?
A
transportbusje
B
schip
C
fiets
D
vliegtuig

Slide 18 - Quizvraag

Wet- en regelgeving 
De belangrijkste wetgeving is de arbeidsomstandigheden wet.
De Arbowet!
Deze wet bevat regels voor de werkgever en werknemer over:
  1. Gezondheid;
  2. Veiligheid;
  3. Welzijn. 



Slide 19 - Tekstslide

Doel Arbowet: 
Om ongelukken en ziekten veroorzaakt door het werk te voorkomen. 

Slide 20 - Tekstslide

Andere wetten: 
  1. Rij- en rusttijdenwet, ken je die?
  2. Wetten over vervoer en behandeling gevaarlijke stoffen;
  3. Wetten over maximale belading
  4. Wetten over de bouw van een magazijn;

Slide 21 - Tekstslide

Waar is dit bord voor?

Slide 22 - Open vraag

Als facilitair medewerker
zorg je voor (blz 157):

Slide 23 - Woordweb

Als je verantwoordelijk bent voor intern transport:

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen:
  1. We kunnen uitleggen wat transport is;
  2. We kunnen voorbeelden geven van intern transport;
  3. We noemen vormen van extern transport;
  4. We kunnen vertellen uit welke 3 onderdelen de Arbowet bestaat.
  5. We weten wat de rol van de FM is bij veilig transport. 

Slide 26 - Tekstslide

Vragen & Volgende week:
Zijn er nog vragen? 

Volgende week: zie studiewijzer
Lezen: 3 tm 3.4.2
Maken: 3.09 tm 3.12

Slide 27 - Tekstslide