H4 - TH1 - BS2

Thema 1: Inleiding in de biologie
BS1: Biologie is overal
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Thema 1: Inleiding in de biologie
BS1: Biologie is overal

Slide 1 - Tekstslide

Zet de organisatieniveau's van groot naar klein. 
groot
klein
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
ecosysteem
levensgemeenschap
organisme
orgaan
populatie
orgaanstelsel
biosfeer
organel
cel
weefsel

Slide 2 - Sleepvraag

Slide 3 - Tekstslide

Thema 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 2: Organen, weefsels en cellen

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen - BS2

Slide 5 - Tekstslide

Begrippen
tussencelstof

Slide 6 - Tekstslide

Orgaanstelsels, organen, weefsels
  • Een orgaanstelsel is...
  • Een groep organen die samen aan een bepaalde taak werken
  • voorbeeld?
  • verteringsstelsel, etc. 

Slide 7 - Tekstslide

Welke orgaanstelsels ken je?

Slide 8 - Woordweb

Sleep de functies naar het juiste orgaanstelsel
Ademhalen
Signalen doorgeven
Voedsel verteren
Stevigheid 
Transport van bloed
Bewegen

Slide 9 - Sleepvraag

longen
dikke darm
dunne darm
hersenen
hart
nieren
lever
milt
luchtpijp
maag

Slide 10 - Sleepvraag

Orgaanstelsels, organen, weefsels
Een orgaanstelsel is...
  • Een groep organismen die samen aan een bepaalde taak werken 
Een weefsel is...
  • Een groep cellen bij elkaar met dezelfde vorm en functie
  • Bijvoorbeeld epitheelweefsel, zenuwweefsel, spierweefsel

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welke andere typen
weefsels ken je?

Slide 13 - Woordweb

Tussencelstof
Sommige weefsels hebben tussencelstof.
  • Het soort tussencelstof  is afhankelijk van de functie van het weefsel
  • Kraakbeen heeft veel collageenvezels en is dus erg flexibel
  • Been heeft veel kalkzouten en is dus erg stevig

Slide 14 - Tekstslide

Tussencelstof

Slide 15 - Tekstslide

Vorm en functie
  • Vaak is er zichtbaar verband tussen vorm van cellen en weefsels en hun functie
  • Dieren in het water, onder de grond of in de lucht zijn gestroomlijnd zodat ze minder weerstand hebben 

Slide 16 - Tekstslide

Vorm en functie
Welke verschillen zie je? 


Slide 17 - Tekstslide

Vorm en functie
Welke verschillen zie je? 

Waarom zijn deze verschillen 
er? 

Slide 18 - Tekstslide

huiswerk 
opdracht 13 t/m 21

lees bs 3

Slide 19 - Tekstslide