H5.3 Zouthydraten, h42, 3e les

H5.3 Zouthydraten
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H5.3 Zouthydraten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef de oplosvergelijking van
K2SO3

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef de indampvergelijking van een bariumchloride-oplossing

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Naamgeving zout + kristalwater
Kopersulfaat kan 5 watermoleculen opnemen in zijn ionrooster.

Elk zout, waarbij het ionrooster genoeg plek biedt voor watermoleculen, neemt een bepaald aantal watermoleculen op (dit is dus een vaste verhouding). 
Voor elke zout is deze verhouding weer anders. 
Je kunt aan de naam van het zout herkennen hoeveel watermoleculen in het ionrooster zijn opgenomen.
naam
koper(II)sulfaatpentahydraat
BINAS
Tabel 66C

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opnemen - afstaan kristalwater
Opnemen van kristalwater is een exotherme reactie (er komt dus energie vrij).
Afstaan van kristalwater is een endotherme reactie (je moet er energie instoppen).

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met de term kristalwater?
A
Het water dat in een ionrooster is gebonden
B
Het water waar een kristal in wordt opgelost
C
Het water waar een zout in wordt opgelost
D
Het water dat vrij komt bij het oplossen van een zout

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een toepassing van een zouthydraat in het dagelijks leven?
A
Droog- en koelmiddelen
B
Bouwmaterialen zoals gips, cement en beton
C
Reagentia zoals kopersulfaat
D
Alle drie de keuzen zijn goed

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel watermoleculen zitten er in 1 molecuul glauberzout (zie BINAS 66A)

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef de reactievergelijking, met toestandsaanduidingen, maak indien nodig gebruik van Binastabel 66A.
Soda wordt ingedampt, hierbij ontstaat een gas.

Slide 9 - Open vraag

Na2CO3·10H2O(s) → Na2CO3(s) + 10 H2O(g)
Geef de reactievergelijking, met toestandsaanduidingen, maak indien nodig gebruik van Binastabel 66A.
Vast kopervitriool wordt opgelost in water.

Slide 10 - Open vraag

CuSO4·5H2O(s) → Cu2+(aq)+ SO42-(aq) + 5 H2O (l)
Vandaag:

* 2 'gewone 'oplosvergelijkingen
* korte terugblik op zouthydraten
* veeeeel oefenen met zouthydraten

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef de reactievergelijking, met toestandsaanduidingen, maak indien nodig gebruik van Binastabel 66A.
Bitterzout wordt gevormd doordat vast magnesiumsulfaat water uit de lucht bindt.

Slide 12 - Open vraag

MgSO4(s) + 7 H2O (g) → MgSO4·7H2O(s)
Bereken het massa-percentage water in
blauw kopersulfaat. (koper(II)sulfaatpentahydraat)
Noteer in 3 significante cijfers.

Slide 13 - Open vraag

23,4%
Bereken het massa-percentage water in
cadmiumnitraattetrahydraat.
Noteer in 3 significante cijfers.

Slide 14 - Open vraag

23,4%
Leerdoelen behaald?
Je kunt nu:
  • Uitleggen wat er wordt bedoeld met de begrippen zouthydraat en kristalwater.
  • De reactievergelijking opstellen voor het opnemen van kristalwater in een ionrooster en het afstaan van dit kristalwater.
  • Enkele toepassingen van zouthydraten noemen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk



Maken opgave:
 43 en 44

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies