In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Thema 5 Regeling
5.1 Homeostase en regelkringen
5.2 Het hormoonstelsel
5.3 Het zenuwstelsel
5.4 Reflexen en het autonome zenuwstelsel
5.5 Impulsegeleiding
5.6 Spieren en beweging
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Programma
Leerdoelen
Uitleg basisstof 5.4 Reflexen en het autonome zenuwstelsel
Filmpje zenuwstelsel --> 1.5 min.
Opdrachten maken
Afsluiting
BiNaS tabel 88L
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de functie van reflexen en een reflexboog beschrijven
Je kunt de werking van het autonome (vegatatieve) zenuwstelsel beschrijven
Slide 5 - Tekstslide
Wat weten we al...
Wat impulsen zijn
Hoe het zenuwstelsel in elkaar zit
Dat er 3 typen zenuwcellen zijn --> gevoel-, schakel- en bewegingszenuwcel
Hoe impulsoverdracht in een synaps verloopt
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Bewuste reacties
(animale zenuwstelsel)
Normale route:
1. Zintuig
2. Sensorische zenuwcel
--> Ruggenmerg
3. Schakelcellen
--> Hersenen
4. Schakelcellen
--> Ruggenmerg
5. Motorische zenuwcel
Slide 8 - Tekstslide
Reflexen
Route bij reflexen (reflexboog):
1. Zintuig
2. Sensorische zenuwcel
--> Ruggenmerg
3. Schakelcellen
--> Hersenen
4. Schakelcellen
4. Motorische zenuwcel
Slide 9 - Tekstslide
Reflexboog
Slide 10 - Tekstslide
Het autonome zenuwstelsel wordt ook wel het vegetatieve zenuwstelsel genoemd.
Slide 11 - Tekstslide
Autonome zenuwstelsel (onwillekeurig)
Te verdelen in:
Actief zijn (orthosympatische)
Rust en herstel (parasympatische)
Slide 12 - Tekstslide
het autonome zenuwstelsel
Werkt nauw samen met hormoonstelsel
regelt de werking van spieren , klieren en organen
Werken samen voor homeostase
Hebben een tegengestelde werking
Beide delen van het autonome zenuwstelsel zijn steeds actief. Het hangt van de omstandigheden af welk deel op een bepaald moment de sterkste activiteit vertoont.
De werking van een orgaan kan worden gestimuleerd of geremd.