Blok 2 Spelling les 1 TB1Kd

Goedemorgen toppers!
Nederlands
Meneer Bakker 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen toppers!
Nederlands
Meneer Bakker 

Slide 1 - Tekstslide

Wat kan er zo moeilijk zijn aan werkwoordspelling?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is ook alweer de stam van een werkwoord? Vertel wat je nog weet.

Slide 3 - Open vraag

Wat is ook alweer de ik-vorm van een werkwoord? Vertel wat je nog weet.

Slide 4 - Open vraag

Bespreken en maken

Slide 5 - Tekstslide

Stam
 De stam van het werkwoord is het hele werkwoord zonder '-en'

De stam lijkt heel vaak op de ik-vorm!

Slide 6 - Tekstslide

Theorie blz 29 
Als je het werkwoord goed wilt schrijven, begin je bij de stam. De stam van het werkwoord is het hele werkwoord zonder '-en'

De stam lijkt heel vaak op de ik-vorm!

Slide 7 - Tekstslide

De stam van schrijven is.......

Slide 8 - Open vraag

De stam van gooien is......

Slide 9 - Open vraag

Dus


De stam van een werkwoord vind je door

-en

van het werkwoord weg te halen.

Slide 10 - Tekstslide

De ik-vorm is ietsje anders

  • Je eindigt niet met een dubbele medeklinker

  • Je eindigt niet met een -v

  • Je eindigt niet met een -z

  • Bij een lange klank komt er een letter bij

Slide 11 - Tekstslide

De ik-vorm is ietsje anders

  • Bijvoorbeeld kloppen ->  klopp -> ik klop

  • Schrijven ->  schrijv  -> Ik schrijf

  • Blazen ->  blaz  -> Ik blaas 

  • Bij een lange klank komt er een letter bij. Maken -> mak -> ...?

Slide 12 - Tekstslide

Hele werkwoord
(Infinitief)
Stam
Ik-vorm
Zitt
Lop
Werken
Rennen
Loop
Schrijven
Praten
Zing
Vlieg

Slide 13 - Sleepvraag

Aan de slag!
timer
15:00
25 tot en met 31!
Kom je er niet uit? Lees ook de theorie of steek je vinger op!

Slide 14 - Tekstslide

spelling 1.7. 
Lees de uitleg op bladzijde 31.
maak daarna de volgende twee learningapps.

Slide 15 - Tekstslide

Nog niet helemaal klaar?

Slide 16 - Tekstslide

spelling 1.8. 
Lees de uitleg op bladzijde 32.

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting werkwoorden
Wat is de juiste vorm? 

  1. Hij ..(kopen..
  2. Ik ..(geven)..
  3. Hij ..(schrijven)..

Slide 18 - Tekstslide

Hoe lastig vind je de werkwoordspelling in tegenwoordige tijd?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll