H3a 4-2-21

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

jeudi quatre février

1 herhalen persoonlijk voornaamwoord met nadruk

2 opdracht pers. vnw nakijken

3 herhalen meest voorkomende ww 1 t/m 7

4 personages le vol des oiseaux

5 huiswerk in agenda

1. Herhaling persoonlijk voornaamwoord met nadruk

Beantwoord de komende vragen.

welke persoonlijk voornaamwoord met nadruk hoort bij "tu"

welke persoonlijk voornaamwoord met nadruk hoort bij "ils"

1. lui
2. elle
3. eux
4. elles

welke persoonlijk voornaamwoord met nadruk betekent hij/hem?

De beklemtoonde vormen als onderwerp, worden gebruikt:

1. na een voorzetsel
2. als het onderwerp de nadruk krijgt
3. wanneer er geen werkwoord in de zin staat
4. na c'est/ce sont

2. opdracht persoonlijk vnw nakijken

- Pak je antwoorden op de opdracht erbij.
- Verbeter eventuele fouten met een andere kleur

- Vraag het wanneer je iets niet begrijpt!

3. herhalen ww 1 t/m 7 (periode 2)

Beantwoord de volgende vragen

trouver =

1. geven
2. vinden
3. doorbrengen
4. vertrouwen

jij hebt gevraagd =

zetten/leggen/aandoen =

wij brachten door =

4. personages le vol des oiseaux

1. Maak op Word een nieuw document aan (of pak een leeg blaadje)

2. Schrijf zoveel mogelijk informatie over de verschillende personages op

5. les devoirs

Noteer het huiswerk in je agenda.

De rest van deze les werk je verder aan het maakwerk of leerwerk voor morgen.