In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Begrippen bron 2
Deze vragen gaan over de begrippen uit bron 2.
Kies het goede antwoord.
Slide 1 - Tekstslide
De mens is een waardig wezen betekent
A
Dat je veel waarde hebt
B
Gelijkwaardigheid aan ieder ander mens
C
Dat je wees bent als je waardig hebt
D
Dat je hard moet werken om goed te worden
Slide 2 - Quizvraag
De mens is een open wezen betekent
A
Dat je ouders voor je kiezen
B
Dat de overheid altijd gelijk heeft
C
Dat je zelf mag kiezen
D
Dat een ander je niks boeit
Slide 3 - Quizvraag
De mens is een vrij wezen betekent
A
Dat je verantwoordelijk bent voor wat je doet
B
Ikke ikke ikke en de rest kan stikken
C
Je moet altijd doen wat de overheid zegt
D
Dat een ander niks te zeggen heeft
Slide 4 - Quizvraag
De mens is een sociaal wezen betekent
A
Dat je veel op insta en snap moet zitten
B
Dat je met iedereen vrienden moet zijn
C
Dat je lekker mag kletsen de hele dag
D
Dat je niet zonder anderen kunt
Slide 5 - Quizvraag
De mens is een redelijk wezen betekent
A
Dat je maar redelijk kunt werken
B
Alles is matig
C
Zelf je verstand gebruiken
D
Je ouders hebben altijd gelijk
Slide 6 - Quizvraag
Bron 3
Deze sleepvraag gaat over bron 3.
Maak de sleepvraag
Slide 7 - Tekstslide
Ik mag niet discrimineren
Ik kan mij verplaatsen in een ander
Ik kan zelf nadenken en moet mijn hersenen ook gebruiken
Ik maak gebruik van mijn mogelijkheden
Ik kan altijd zelf kiezen, dus ik ben zelf verantwoordelijk
Waardig
Sociaal
Open
Redelijk
Vrij
Slide 8 - Sleepvraag
Maak opdracht 9 en 10 uit je boek, maak er een foto van en plaats hem hier.
Slide 9 - Open vraag
Leg 2 van de 5 waarden aan een volwassene uit. Hoe vindt hij of zij dat JIJ je moet gedragen als je je aan deze waarde houdt? Schrijf erbij wie je gevraagd hebt.