H3 Chapitre 2 les 2

Bonjour H3

Bonjour H3
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Bonjour H3

Bonjour H3

Slide 1 - Tekstslide

Programme
Herhaling: Grammaire Bloc C
Corriger les devoirs A + C
Qui suis-je (6x)
Bloc B
Travail individuel




Slide 2 - Tekstslide

Het meewerkend voorwerp
Wat was dat ook alweer?

Mijn vader geeft het geld aan mijn broer

Ow (onderwerp)
PV (persoonsvorm --> 1e ww in de zin)
LV (lijdend voorwerp)
MV (meerwerkend voorwerp)

Slide 3 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on apprend?
We leren in deze bron dat we het meewerkend voorwerp kunnen vervangen door een persoonlijk voornaamwoord.

Mijn vader geeft het geld aan mijn broer
Mijn vader geeft hem het geld.

Slide 4 - Tekstslide

Bron C: meewerkend voorwerp
  • Een meewerkend voorwerp kan je herkennen aan het voorzetsel aan --> à , au, aux

Je donne de l'argent à Lucie.
Je donne de l'argent aux parents de Lucie.

Slide 5 - Tekstslide

Een meewerkend voorwerp kun je vervangen voor een persoonlijk voornaamwoord.



mij
me /m'
jou
te / t'
hem / haar
lui
ons
nous
u / jullie
vous
hun
leur
Je donne de l'argent à Lucie

Je lui donne de l'argent.
Je vais donner de l'argent aux parents.

Je vais leur donner de l'argent.


Een meewerkend voorwerp kun je vervangen voor een persoonlijk voornaamwoord.

Slide 6 - Tekstslide

Vervolg bloc C
Wat kun je zeggen over de plaats van het persoonlijk voornaamwoord?


1.Je donne de l'argent à Lucie --> Je lui donne de l'argent.
2.Je vais donner de l'argent aux parents.  --> Je vais leur donner de l'argent.

Plaats persoonvnw
Voor het eerste werkwoord in de zin
  • Als er een heel werkwoord in de zin staat, dan voor het hele werkwoord.
  • Slide 7 - Tekstslide

    Stappenplan
    1. Wat is het meewerkend voorwerp in de zin?        (à, au, aux)
    2. Waarvoor vervang je het ?
    3. Waar zet je het neer in de zin?
    (voor het hele w.w. of voor het 1e w.w. in de zin)


    J'ai donné une fleur à toi

    Vervang het mwv voor een persoon vnw.

    Slide 8 - Tekstslide

    Il va répondre au prof.

    Slide 9 - Open vraag

    Corrections
    Huiswerk was : 1,2,3,4,6,7,13,14

    On va corriger ensemble exercices 13c,14e (bloc C)

    On va corriger exercice 7A --> vogende = dia sleepvraag

    Slide 10 - Tekstslide

    Tu as un petit boulot?
    Qu'est-ce que tu as acheté recémment?
    Ça a coûté combien?
    Je viens d'acheter un portable
    75 euros, c'est cher!
    J'ai acheté un T-shirt
    ça a coûté 20 euros
    Oui, je travaille au supermarché
    Non, je n'ai pas le temps

    Slide 11 - Sleepvraag

    Bloc A            p.22

    acheter = kopen

    coûter= 
    kosten

    boulot = travail


    Qu'est-ce que tu as acheté récemment?
    Ex.4b,4c

    Slide 12 - Tekstslide

    Qui suis-je? 
    Présentations

    H3C: Ben, Sven

    H3D: Marijn, Dirk, Fleur O, Merle M, Ayberk, Nathalie

    Slide 13 - Tekstslide

    Bloc B ( p.23)
    L'argent de poche, tu en fais quoi?




    Qui reçoit de l'argent de poche? Combien?
    Je fais des économies
    Je dépense

    Slide 14 - Tekstslide

    je reçois de l'argent de poche
    je ne reçois pas d'argent de poche
    Sophya
    Romain
    Gabrielle
    Aram
    Caroline

    Slide 15 - Sleepvraag

    Travail individuel    (chap 2.)

    Bloc B: exercices 8,9,11

    Doornemen woorden bloc B (schrijven!)


    Slide 16 - Tekstslide

    Wat hebben we vandaag gedaan?

    Slide 17 - Woordweb

    Devoirs
    Faire:  exercices 8,9,11

    Apprendre: Bloc B en Bloc C

    Présentations qui suis-je 

    Slide 18 - Tekstslide