Chapter 4 - imperative / articles review - G reading
1 / 28
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Vertaal naar Nederlands
1. unfortunately
1. unfortunately
timer
0:30
Slide 5 - Open vraag
Vertaal naar Nederlands
2. crossroads
2. crossroads
timer
0:30
Slide 6 - Open vraag
Vertaal naar Nederlands
3. roundabout
3. roundabout
timer
0:30
Slide 7 - Open vraag
Vertaal naar Engels
4. vreemd
4. vreemd
timer
0:30
Slide 8 - Open vraag
Vertaal naar Engels
5. genoeg
5. genoeg
timer
0:30
Slide 9 - Open vraag
Vertaal naar Engels
6. bibliotheek
6. bibliotheek
timer
0:30
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
A
Not talk
B
Don't talk
C
You don't talk
D
You not talk
Slide 13 - Quizvraag
A
Don't swim here
B
Not swim here
C
You don't swim here
D
You not swim here
Slide 14 - Quizvraag
A
Open the window
B
You open the window
C
You opens the window
D
Opens the window
Slide 15 - Quizvraag
A
You turn left
B
You turns left
C
Turn left
D
To turn left
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Wat is het Engelse lidwoord voor 'de/ het'?
A
an
B
the
C
a
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het Engelse lidwoord voor 'een'?
A
the
B
a
C
an
Slide 19 - Quizvraag
Wanneer gebruik je 'an'?
A
Bij een medeklinkerbegin.
B
Bij een klinkerbegin.
(a, i, o, u, e)
Slide 20 - Quizvraag
Wanneer gebruik je 'a'?
A
Bij een medeklinkerbegin.
B
Bij een klinkerbegin.
(a, i, o, u, e)
Slide 21 - Quizvraag
I saw ___ elephant at the zoo.
A
the
B
a
C
an
Slide 22 - Quizvraag
This is ___ best day ever!
A
the
B
a
C
an
Slide 23 - Quizvraag
He bought ___ book yesterday.
A
the
B
an
C
a
