les 2: je bent mijn held
1 / 19
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Hoe voelt Merel zich als ze wordt aangesproken door de mannen?
Slide 6 - Open vraag
Wie is er verkeerd bezig volgens jou?
De mannen of Merel? En waarom vind jij dat?
De mannen of Merel? En waarom vind jij dat?
Slide 7 - Open vraag
De fietser heeft een piepende stem.
Vind je dat bij een held passen?
Waarom wel/niet?
Vind je dat bij een held passen?
Waarom wel/niet?
Slide 8 - Open vraag
Wat zou er gebeurd kunnen zijn als de fietser niet in het park was geweest toen Merel werd lastig gevallen?
Slide 9 - Open vraag
Wat zou voor jou een reden zijn om iemand in Merels situatie niet te helpen?
Slide 10 - Open vraag
Wie vind jij de held in dit stuk?
De fietser, Loebas of Merel?
Leg je antwoord uit!
De fietser, Loebas of Merel?
Leg je antwoord uit!
Slide 11 - Open vraag
Kunnen 'gewone' mensen zich ook heldhaftig kunnen gedragen?
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Wat vind je van deze tekst?
Slide 15 - Open vraag
Vind je de ik-persoon heldhaftig of zielig?
Waarom?
Waarom?
Slide 16 - Open vraag
Wat past volgens de ik-persoon bij een held? (leg je antwoord uit)
A
de leiding nemen
B
doodgaan
C
gevaar lopen
D
huilen
Slide 17 - Quizvraag
Waarom fantaseren veel mensen erover om held te zijn, denk je?
