Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H1: Meer dan lezen: Onbekende woorden (opdracht 1 t/m 4) Les 1
Welkom
bij Nederlands!
Onbekende woorden
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom
bij Nederlands!
Onbekende woorden
Slide 1 - Tekstslide
Les 1: Wat gaan we vandaag doen?
H1: Meer dan lezen
Theorie: Onbekende woorden
Zelfstandig aan de slag
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoel:
Aan het einde van de les:
kun je de betekenis van woorden in een tekst ontdekken door woordstrategieën te gebruiken.
Slide 3 - Tekstslide
Woordstrategie
Ken je de betekenis van een woord niet?
Gebruik een woordstrategie!
Een
woordstrategie
is een strategie (manier) om erachter te komen wat een woord betekent zonder dat je het woord van te voren al kende.
Slide 4 - Tekstslide
Drie woordstrategieën
Synoniem
zoeken: 1 woord met dezelfde betekenis als het onbekende woord
Omschrijving
zoeken: uitleg van een onbekend woord
Voorbeeld
zoeken: voorbeeld van het onbekende woord
Slide 5 - Tekstslide
Synoniem zoeken
één woord
met dezelfde betekenis als het onbekende woord
Kijk of in dezelfde zin een synoniem staat óf
Als je in dezelfde zin geen synoniem vindt, kijk dan in de zin vóór het onbekende woord en de zin erna
VB: Ik werk altijd
nauwkeurig
, want ik wil het graag
precies
doen
Slide 6 - Tekstslide
Omschrijving zoeken
Omschrijving
=
uitleg
van het onbekende woord --> bestaat uit meerdere woorden
Omschrijvingen staan vaak tussen haakjes of tussen komma's in
dezelfde zin
óf in de
zin ervoor of erna
.
VB: De kamer van Jason wordt
gerenoveerd (opgeknapt)
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeeld zoeken
Soms worden er
voorbeelden
van het onbekende woord genoemd.
Vaak na de volgende woorden: zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van
VB: Ik lees graag
fictie
,
zoals de verzonnen verhalen
over Harry Potter
Vaak na een dubbele punt, tussen haakjes of tussen komma's
VB: Mijn zus verzamelt allerlei
prullaria: oude lampjes en gekke beeldjes
Slide 8 - Tekstslide
Nog steeds onbekend?
Gebruik een
woordenboek
!
Slide 9 - Tekstslide
Samen oefenen: Opdracht 1 blz 11: Lees tekst 1
1. Noem zelf nog een ander woord voor blij
Slide 10 - Open vraag
Samen oefenen: Opdracht 1 blz 11: Lees tekst 1
1. Noem zelf nog een ander woord voor boos
Slide 11 - Open vraag
Samen oefenen: Opdracht 1 blz 11
2. Wat is een synoniem voor emoties
A
gedachten
B
gedrag
C
gevoelens
Slide 12 - Quizvraag
Samen oefenen: Opdracht 1 blz 11
3. Welke vier woorden zijn synoniemen voor gezicht?
A
aanschijn, gelaat, toet, zicht
B
aangezicht, bakje, toet, zicht
C
aangezicht, aanschijn, gelaat, toet
D
aanschijn, bakje, gelaat, troon
Slide 13 - Quizvraag
Samen oefenen: Opdracht 1 blz 11:
4. Noteer de drie woorden uit de tekst voor gezicht die een verslaggever nooit zou zeggen.
Slide 14 - Open vraag
Samen oefenen: Opdracht 1 blz 11:
5. Vervang de drie woorden uit vraag 4 door drie synoniemen uit tekst 1 die een verslaggever wél zou zeggen
Slide 15 - Open vraag
Zelfstandig aan het werk
timer
15:00
Opdracht:
Maak nu zelfstandig opdracht
3 en 4 op blz 12
Je mag overleggen.
Hulp nodig?
In deze volgorde:
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt
15 minuten de tijd
Klaar?
Meld je bij de docent.
Na 15 minuten gaan we samen de opgaven bespreken. Je geeft dan je antwoord via lesson up door.
Iedereen moet zijn antwoord kunnen uitleggen!
Slide 16 - Tekstslide
Opdracht 3 en 4 t/m 2 blz 12: klassikaal
3.1 onmiddellijk - meteen
3.2 onenigheid - ruzie
3.3 notities - aantekeningen
3.4 groente-en fruitdrankje - smoothies
3.5 handleiding - gebruiksaanwijzing
4.1 een fles met een brief
4.2 eigen antwoord
Slide 17 - Tekstslide
Opdracht 4 blz 12:
3. Naar welke zin uit alinea 2 verwijst deze zin?
A
A
B
B
C
C
Slide 18 - Quizvraag
Opdracht 4 blz 12
4. Waar of niet waar?
De fles heeft maar kort in het water gelegen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Opdracht 4 blz 12
4. Waar of niet waar?
De brief eindigt met de vraag contact te maken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Opdracht 4 blz 12
4. Waar of niet waar?
Joshua mist het circus het meest
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Opdracht 4 blz 12:
5. Noteer de juiste spelling: coronakrisis, egt, skelten
Slide 22 - Open vraag
Afsluiting les 1
Lesdoelen:
Nu:
kun je de betekenis van woorden in een tekst ontdekken door woordstrategieën te gebruiken. √
Slide 23 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Startles extra begrijpend lezen
Augustus 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
H1: Meer dan lezen: Onbekende woorden (opdracht 1 t/m 4) Les 1
September 2022
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
H1: Meer dan lezen: Onbekende woorden (opdracht 5 en 6) Les 2
September 2022
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
H1: Meer dan lezen: Onbekende woorden (opdracht 5 en 6) Les 2
September 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
H1: Meer dan lezen: Onbekende woorden (opdracht 5 en 6) Les 2
Augustus 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
2B Nederlands Les 7 over synoniemen
Juni 2021
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
Woordenschat hfd 1
September 2021
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
h.4 Woordenschat
September 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1