PW H4

Proefwerk H4
Deze toets maak je in LessonUp. Zorg er voor dat je de toets inlevert wanneer je klaar bent.
Succes!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Proefwerk H4
Deze toets maak je in LessonUp. Zorg er voor dat je de toets inlevert wanneer je klaar bent.
Succes!

Slide 1 - Tekstslide

De tijd van steden en staten is van....
A
0-500
B
500-1000
C
1000-1500
D
1500-2000

Slide 2 - Quizvraag

Waarom gingen mensen op Kruistocht?
A
Dat had de paus opgeroepen
B
om oorlog te voeren in Israël
C
ze waren op de vlucht voor de heidenen
D
dat stond in de bijbel

Slide 3 - Quizvraag

De ............................ wilde met een groot ............................ de moslims verslaan. Soldaten, ............................ en gewone mensen konden deelnemen aan de ............................ . Het was een lange ............................ niet zonder gevaar. Maar je hele ............................ hoefde je geen ............................ meer te betalen. Je kreeg ............................ en ............................ en kwam zeker in de ............................ als je ............................ ging.
eten 
edelen 
dood 
belasting 
leger 
kruistocht 
hemel 
paus 
leven 
reis 
wapens

Slide 4 - Sleepvraag

Er werden in totaal ... kruistochten gehouden
A
6
B
8

Slide 5 - Quizvraag

De reis naar het Heilig Land duurde....
A
jaren
B
maanden

Slide 6 - Quizvraag

Onderweg naar het Heilig Land werd gevochten met de
A
heidenen
B
christenen

Slide 7 - Quizvraag

Meer dan .... stierf onderweg aan honger, dorst en ziekten.
A
een kwart
B
de helft

Slide 8 - Quizvraag

Waarom waren de kruistochten niet succesvol?
A
De heidenen versloegen het leger al onderweg naar het Heilige Land.
B
Er gingen in het Heilige Land veel mensen dood.
C
De christenen werden in het Heilige Land door de moslims verslagen.
D
De heidenen hadden de christenen in West-Europa verjaagd.

Slide 9 - Quizvraag

Is dit een gevolg van de kruistochten?
"Arabieren gaan Europese munten gebruiken"
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Is dit een gevolg van de kruistochten?
"Arabieren nemen de Europese kruisboog over"
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Is dit een gevolg van de kruistochten?
"De handel tussen Arabieren en Italiaanse steden (Genua, Venetië) bloeide
op"
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Is dit een gevolg van de kruistochten?
"Europeanen bouwden een moskee in Jeruzalem"
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Is dit een gevolg van de kruistochten?
"Jeruzalem kwam in handen van de Arabieren"
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Wat hoort bij welke periode?
volksverhuizingen
stadsrechten
schepenen
hofstelsel
 kruistochten
Frankische koning
 ‘Tijd van monniken en ridders’ 
500-1000
‘Tijd van steden en staten’
1000-1500

Slide 15 - Sleepvraag

Op welke plaats zou er in de middeleeuwen een stad ontstaan?
Sleep 'de stad' naar de goeie plek
de stad

Slide 16 - Sleepvraag

Waarom werden steden juist hier gebouwd?

Slide 17 - Open vraag

Welk begrip past bij de bron?

"Ik, Otto graaf van Gelre en Zutphen, heb (… ), van de vlek Arnhem een stad gemaakt en daaraan alle vrijheid verleend (…) In het jaar onzes Heren 1233 op de 13e juli".
Oorkondenboek der graafschappen Gelre en Zutphen, tot op den slag van Woeringen, 5 juni 1288.

Slide 18 - Open vraag

Waar zie je wat in deze middeleeuwse stad?
stadhuis
rivier
kooplui met vracht
stadsmuur
producten te koop
stadspoort
kerk
dief

Slide 19 - Sleepvraag

Schout houdt zich bezig met rechtspreken in een stad
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Schout houdt zich bezig met de beoordelen van meesterproeven
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Schout houdt zich bezig met straffen van misdadigers
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Schout houdt zich bezig met het innen van de belasting
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Welke zin past bij ‘centraal bestuur’?
A
Rijke steden krijgen een eigen bestuur
B
Vorsten laten het rechtspreken over aan een rechtbank.
C
Vorsten en machtige edelen gaan samenwerken bij het besturen
D
Er komen staten waarin wetten en rechten overal hetzelfde zijn

Slide 24 - Quizvraag

Waarom verzetten edelen en rijke steden zich tegen het centrale bestuur?

Slide 25 - Open vraag