Verslag poëzie

Werkstuk poëzie
- Je gaat een 4 verschillende poëzie opdrachten maken.
- Je gaat hierover een werkstuk samenstellen.
- Dit werkstuk lever je in via SOM, uiterlijk 19 februari.
- Het inlevertermijn staat nu al open.
- De opdracht hangt als jaarbijlage in SOM en in classroom.

- In deze presentatie leg ik alleen uit wat de dichtvormen zijn en hoe je ze moet schrijven.
- Je moet goed kijken in het werkboekje, je moet ook bij ieder gedicht plaatjes plakken.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Werkstuk poëzie
- Je gaat een 4 verschillende poëzie opdrachten maken.
- Je gaat hierover een werkstuk samenstellen.
- Dit werkstuk lever je in via SOM, uiterlijk 19 februari.
- Het inlevertermijn staat nu al open.
- De opdracht hangt als jaarbijlage in SOM en in classroom.

- In deze presentatie leg ik alleen uit wat de dichtvormen zijn en hoe je ze moet schrijven.
- Je moet goed kijken in het werkboekje, je moet ook bij ieder gedicht plaatjes plakken.

Slide 1 - Tekstslide

Het werkstuk heeft een vaste layout
- voorblad
- inhoudsopgave
- voorwoord
- hoofdstuk 1 Haiku
- hoofdstuk 2 Elfje
- hoofdstuk 3 Limerick
- hoofdstuk 4 Acrostichon
- nawoord

In het werkboekje, dat is gedeeld via SOM en classroom, lees je precies hoe het moet

Slide 2 - Tekstslide

Haiku
- Een haiku bestaat uit 3 versregels.
- Belangrijk is het aantal lettergrepen.
- De eerste versregel heeft 5 lettergrepen.
- De tweede versregel heeft 7 lettergrepen.
- De derde versregel heeft 5 lettergrepen.

- Jouw gedichtje gaat over je favoriete sport of hobby.
- Het hoeft niet te rijmen.

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld
oh, oude vijver
een kikker springt van de kant.
geluid van water.

Slide 4 - Tekstslide

Elfje
Een elfje (soms: elf) is een eenvoudige, compacte dichtvorm, die bestaat uit elf woorden.

De woorden worden als volgt verdeeld:

de eerste dichtregel: een woord
de tweede regel: twee woorden
de derde regel: drie woorden
de vierde regel: vier woorden
de vijfde regel: één woord, dat het gedicht samenvat

Jouw elfje moet over school gaan, het woord RvEC moet in jouw gedichtje voorkomen. Dit telt als 1 woord.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Voorbeeld
Geluk
een gevoel
dat zich verstopt
heel diep in onszelf
zoeken

Slide 7 - Tekstslide

De limerick
- Een limerick is een kort gedicht met een min of meer komische inhoud.
- Je moet je houden aan de volgende regels:
* bestaat altijd uit 5 regels
* zin 1 en 2 rijmen op elkaar en zin 5 rijmt ook op zin 1 en 2
* zin 3 en 4 rijmen op elkaar
* de eerste zin eindigt op jouw woonplaats
* ook maak je gebruik van jouw voornaam

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Link

Slide 11 - Link

De Acrostichon
- Bij een acrostichon of naamdicht, vormen de eerste letters van elke regel een woord. 

* Jij maakt een Acrostichon van jouw voor- en achternaam.
* Zet de letters onder elkaar 
* Bedenk bij elke letter een (karakter) eigenschap die bij jou past
* Dit gedicht hoeft niet te rijmen

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld
Moedig
Enthousiast
Vrouwelijk
Respectvol
Opgewekt
Uitermate vrolijk
Werklustig
Muzikaal
Opvallend
Eigenwijs
Samenwerken

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide