H 1 Synoniemen
1 / 20
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een synoniem?
Slide 2 - Open vraag
Synoniem voor:
fout
fout
Slide 3 - Open vraag
Synoniem voor:
absent
absent
Slide 4 - Open vraag
Synoniem voor:
stelen
stelen
Slide 5 - Open vraag
Synoniem voor:
maaltijd
maaltijd
Slide 6 - Open vraag
Synoniem voor:
salaris
salaris
Slide 7 - Open vraag
Synoniem voor:
meteen
meteen
Slide 8 - Open vraag
een synoniem voor lachen:
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Tekstslide
Vul het juiste woord in:
met veel pracht en ...
met veel pracht en ...
A
kwel
B
geld
C
praal
D
paal
Slide 11 - Quizvraag
Vul het juiste woord in:
hoe je het ook wendt of ...
hoe je het ook wendt of ...
A
schendt
B
keert
C
rent
D
bent
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent "stimuleren"?
A
afremmen
B
bewijzen
C
versterken
D
studeren
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekent "kolossale"?
A
enorme
B
kleine
C
vele
D
samen
Slide 14 - Quizvraag
Wat betekent "frequent"?
A
vaak
B
snel
C
slim
D
vervelend
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een synoniem voor:
individueel
individueel
Slide 16 - Open vraag
Wat is een synoniem voor:
reeks
reeks
Slide 17 - Open vraag
Wat is een synoniem voor
placebo
placebo
Slide 18 - Open vraag
Wat is een synoniem voor
werkwijze
werkwijze
Slide 19 - Open vraag
Wat is een synoniem voor:
verontwaardigd
verontwaardigd
