Recap Grammar Unit 5

Recap Grammar Unit 5
V1J
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Recap Grammar Unit 5
V1J

Slide 1 - Tekstslide

Programme
  1. Word order: adverbs of place and time
  2. Past simple
  3. Irregular verbs

Slide 2 - Tekstslide

Word order: adverbs of place and time
Plaats: meestal achteraan, bij nadruk vooraan
Tijd: hetzelfde

Plaats en tijd in één zin? Dan plaats VOOR tijd

Slide 3 - Tekstslide

Zet in de juiste volgorde, start met hoofdletter en eindig met punt:

the bus – missed – they – this morning – .

Slide 4 - Open vraag

Zet in de juiste volgorde, start met hoofdletter en eindig met punt:

every weekend – we – football – play – in the park – .

Slide 5 - Open vraag

Zet in de juiste volgorde, start met hoofdletter en eindig met punt:

at the moment – is fixing – the mechanic – her car – .

Slide 6 - Open vraag

Zet in de juiste volgorde, start met hoofdletter en eindig met punt:

the book – gave – she – to her brother – yesterday – .

Slide 7 - Open vraag

Past simple
Verleden tijd (zoals: ik liep)
Vorm: werkwoord + ed (of 2e rijtje)
Uitzonderingen:
* ww. dat eindigt op -e > alleen -d (use > used)
* ww. dat eindigt op medeklinker + y > y wordt i (try > tried)
* ww. dat eindigt op klinker + medeklinker, klemtoon op laatste lettergreep, verdubbeling (stop > stopped)
* ww. dat eindigt op klinker + L, verdubbeling L (cancel > cancelled)

Slide 8 - Tekstslide

My best friend (to try) to move to Spain last month.

Slide 9 - Open vraag

She (to live) in Barcelona in 2010 and really loved it.

Slide 10 - Open vraag

I (to visit) her last summer after saving enough money.

Slide 11 - Open vraag

I (to dream) about going there ever since!

Slide 12 - Open vraag

Last summer, we (to travel) through Italy by train.

Slide 13 - Open vraag

Past simple: negatives & questions
Voor vragen & ontkenningen gebruik je: did

Vragen: did + onderwerp + hele werkwoord
Ontkenningen: onderwerp + did + n't (not) + hele werkwoord

Dus nooit -ed op het eind van het werkwoord!

Slide 14 - Tekstslide

Why (you + not + to call) me back yesterday?

Slide 15 - Open vraag

(she + to tell) you about the meeting this morning?

Slide 16 - Open vraag

We (not + to understand) the homework instructions.

Slide 17 - Open vraag

(they + to arrive) on time for the concert?

Slide 18 - Open vraag

I (not + to expect) the movie to be that good!

Slide 19 - Open vraag

De volgende vragen gaan over de Past simple en de zinsvolgorde.

Slide 20 - Tekstslide

Vorm zinnen door de zinsdelen in de goede volgorde te zetten.
Zet het werkwoord tussen haakjes in de past simple.

last weekend – your friends – (to come) – to your party – ?

Slide 21 - Open vraag

Vorm zinnen door de zinsdelen in de goede volgorde te zetten.
Zet het werkwoord tussen haakjes in de past simple.

before the deadline – we – (not + to finish) – our project – .

Slide 22 - Open vraag

Vorm zinnen door de zinsdelen in de goede volgorde te zetten.
Zet het werkwoord tussen haakjes in de past simple.

(to see) – at the cinema – you – that new superhero film – ?

Slide 23 - Open vraag

Vorm zinnen door de zinsdelen in de goede volgorde te zetten.
Zet het werkwoord tussen haakjes in de past simple.

me – my parents – (not + to allow) – to go to the concert – .

Slide 24 - Open vraag

Vorm zinnen door de zinsdelen in de goede volgorde te zetten.
Zet het werkwoord tussen haakjes in de past simple.

(to enjoy) – they – their trip – last month – to London – ?

Slide 25 - Open vraag

Irregular verbs
Vul de missende vorm in (Engels).

Slide 26 - Tekstslide

spreken = to speak - ..... - spoken

Slide 27 - Open vraag

kopen = to buy - bought - .....

Slide 28 - Open vraag

(be)vriezen = ....... - froze - frozen

Slide 29 - Open vraag

verliezen = ...... - lost - lost

Slide 30 - Open vraag

pijn doen = to hurt - hurt - .....

Slide 31 - Open vraag

vluchten = ..... - fled - fled

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide