3.2 Politieke stromingen en 3.3 politieke partijen

3.2 Politieke stromingen en 3.3 politieke partijen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.2 Politieke stromingen en 3.3 politieke partijen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
Welke politieke stromingen zijn er en welke politieke partijen hebben we in Nederland?

- Links en rechts?
- Progressief en conservatief?
- Liberalisme, confessionalisme/christendemocratie, socialisme en populisme?

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de belangrijkste waarden in NL?

Slide 3 - Woordweb

Kernwaarden
De belangrijkste waarden van Nederland.
Gelijkwaardigheid
Vrijheid
Solidariteit

Slide 4 - Tekstslide

IDEOLOGIE
 
= een verzameling ideeen over wat er belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het best kunnen samenleven. 

Slide 5 - Tekstslide

Politieke partijen hebben verschillende ideeën over de samenleving. Op basis van die ideeën kun je politieke partijen indelen in 3 politieke stromingen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

= GELIJKHEID
  • De overheid moet ervoor zorgen dat er goede voorzieningen zijn voor iedereen.
  • De welvaart moet eerlijk verdeeld worden
  • De overheid moet actief ingrijpen om dat te bewerkstelligen
  • Voorzieningen als zorg moeten door de overheid geregeld worden
Sociaaldemocratische partijen

Slide 8 - Tekstslide

      = VRIJHEID
  • Individuen en bedrijven moeten zich "in alle vrijheid" kunnen ontwikkelen.
  • De overheid moet zich zo weinig mogelijk bemoeien met de samenleving.
  • De zorg kan bijvoorbeeld best door "de markt" geregeld worden.
  • De consument kiest dan vanzelf voor de meest efficiënte aanbieders.
Liberale partijen

Slide 9 - Tekstslide

= CHRISTELIJKE WAARDEN
  • De overheid moet terughoudend zijn en moet allerlei zaken aan de samenleving overlaten.
  • Zorg is niet alleen de taak van overheid, burgers kunnen dit zelf
       ook organiseren.
Confessionele partijen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

  • Partijen die hun standpunt bepalen op basis van emoties en opvattingen van groepen in de samenleving
  • Populisten proberen de zaken waar deze groepen zich kwaad over maken via de politiek te veranderen
  • Er zijn ook partijen die worden gevormd, omdat ze wel één doel nastreven. Dit worden belangenpartijen of 'one-issue-partijen' genoemd. 
One-issue partijen

Populistische partijen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Ecologisme:
  • Belangrijkste waarden: duurzaamheid en bescherming van ons leefmilieu.
  • Belangrijk standpunt: goed voor de aarde zorgen is belangrijker dan de groei van de economie
  • GroenLinks en Partij voor de Dieren horen bij het ecologisme.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Het verschil tussen rechts en links is het verschil tussen socialisten en liberalen.
Links: grote overheid, eerlijke kansen voor iedereen, gelijke welvaart 
Waarde: gelijkheid.

Rechts: Kleine overheid, zelfverantwoordelijkheid, meer marktwerking. 
Waarde: Vrijheid.

Ook een belangrijk onderscheid dat je kan zien in het verschil is dat links over het algemeen uit gaat van de maatschappij en rechts van het individu.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welke politieke stroming hoort bij het standpunt?

Slide 18 - Tekstslide


Als je hard werkt en risico's neemt mag je best meer verdienen. Je hoort dan niet gestraft te worden door meer belasting te moeten betalen.
A
Confessionele partij
B
Liberale partij
C
Sociaaldemocratische partij
D
Populistische partij

Slide 19 - Quizvraag


Ook voor de belangen van kleine winkeliers is één dag rust per week belangrijk. 
Daarom moeten op zondag de winkels niet open
A
Confessionele partij
B
Liberale partij
C
Sociaaldemocratische partij
D
Populistische partij

Slide 20 - Quizvraag


Je moet er van uit kunnen gaan dat de overheid zorgt voor genoeg geld om van te leven en te wonen
A
Confessionele partij
B
Liberale partij
C
Sociaaldemocratische partij
D
One-issue partij

Slide 21 - Quizvraag


Het is belangrijk dat je voor het welzijn van je medemens zorgt en niet alles van de overheid verwacht.
A
Confessionele partij
B
Liberale partij
C
Sociaaldemocratische partij
D
One-issue partij

Slide 22 - Quizvraag

Wat is progressief

Slide 23 - Open vraag

Progressieve partijen zijn voor vernieuwingen. Ze reageren op veranderingen in de wereld met nieuwe maatregelen. De samenleving moet veranderen en met haar tijd meegaan, en niet krampachtig aan het verleden willen vasthouden.

Slide 24 - Tekstslide

Wat is dan Conservatief ???

Slide 25 - Tekstslide

Conservatieve partijen willen de samenleving houden zoals die historisch is gegroeid. Ze leggen de nadruk op het goede dat er is bereikt en willen dat vasthouden. Veranderingen moeten langzaam en in kleine stappen plaatsvinden. 

Slide 26 - Tekstslide

Een voorbeeld

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Je kunt op verschillende manieren voor jouw mening opkomen:
=> Door te stemmen/kiezen op een         politieke partij = actief kiesrecht
=> Door gekozen te worden 
      = passief kiesrecht
Een andere manier om voor jouw mening op te komen = lid worden van een actiegroep of belangenorganisatie

Slide 29 - Tekstslide

ACTIEGROEP
Een actiegroep heeft 1 duidelijk doel en kan ook weer opgeheven worden als dat doel bereikt is.

Slide 30 - Tekstslide

Een belangenorganisatie heeft een meer algemene doelstelling. Zoals het beschermen van de natuur of het opkomen voor de automobilist.

Slide 31 - Tekstslide

Andere bekende belangenorganisaties:
  • AbvaKabo, ambtenarenvakbond
  • ANBO, voor ouderen
  • ANWB, de grootste vereniging van Nederland
  • AOb, onderwijsvakbond 
  • Consumentenbond, consumenten in het algemeen
  • CG-raad, Voor mensen met een handicap of chronische ziekte
  • Diabetesvereniging, voor mensen met diabetes en andere betrokkenen
  • Vereniging Eigen Huis, woningbezitters
  • VNO-NCW, grotere werkgevers

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk
Havo:
Lezen paragraaf 3.3 Politieke partijen en maken 
opdrachten 3.2: 8 t/m 11 en 3.3: 11, 14 en 15

Vwo:
Lezen paragraaf 3.2 Politieke stromingen en 3.3 politieke partijen en 
maken 3.2: 8 t/m 12 en 3.3 9 t/m 11.

Slide 33 - Tekstslide