Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Week 38 3 HAVO
Wilkommen
Ga rustig op je plek zitten
Pak je schrift
Maak opdr. 10 + 12 snel nog even af vanaf blz. 19
Log alvast in op lessonup.app met de code linksonder
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
29 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wilkommen
Ga rustig op je plek zitten
Pak je schrift
Maak opdr. 10 + 12 snel nog even af vanaf blz. 19
Log alvast in op lessonup.app met de code linksonder
Slide 1 - Tekstslide
Wilkommen
Ga rustig op je plek zitten
Pak pagina 19 van je tekstboek erbij en pagina 26
van je werkboek
Log alvast in op lessonup.app met de code linksonder
Slide 2 - Tekstslide
Grammatik
Je ziet in oef. 9.4 het schema van de persoonlijk voornaamwoorden.
Deze veranderen als het zinsdeel verandert (ich - mir-mich)
Daarnaast dat na bepaalde voorzetsels er iets gebeurt
Siehst du mich ? --> lijd vw
Fährst du mit (+3) mir mit ? --> voorzetsels "mit" +3 naamval
Slide 3 - Tekstslide
Naamvallen
1. Onderwerp (wie/wat + persoonsvorm of zinsdeel te vervangen door HIJ)
4. Lijdend voorwerp (wie/wat + onderwerp + persoonsvorm of zinsdeel te vervangen door HEM)
3. Meewerkend voorwerp (aan/voor wie)
Slide 4 - Tekstslide
Lijdend voorwerp 4e
Wie of wat + onderwerp + persoonsvorm(gezegde)
Ik zie
een mooie hond
->
Ik zie hem of wie/wat zie ik.....
Hij leest e
en spannend boek in het Duits
->
wie of wat leest hij of hij lees hem
Slide 5 - Tekstslide
1e naamval
ich - ik
du - jij
er - hij
sie - zij
es - het
wir - wij
ihr - jullie
sie - zij
Sie - u
4e naamval
mich - mij
dich - jou
ihn - hem
sie - haar
es - es
uns
- ons
euch - jullie
sie - hen
Sie - u
Slide 6 - Tekstslide
Weet jij het al?
Er komen nu een aantal checkvragen.
Slide 7 - Tekstslide
Het onderwerp van vandaag is:
naamvallen
In deze les passen jullie de persoonlijke voornaamwoorden
als onderwerp, als lijdend voorwerp en met voorzetsels
in een kleine zin toe.
Slide 8 - Tekstslide
Wat zijn voorbeelden van persoonlijke voornaamwoorden?
Maak een keuze!
A
du mein
B
ohne um
C
er euch
D
bis für
Slide 9 - Quizvraag
In welke naamval staat het onderwerp?
A
4e naamval
B
1e naamval
Slide 10 - Quizvraag
Het onderwerp van de zin is altijd de
A
1 Naamval
B
4 Naamval
Slide 11 - Quizvraag
In welke naamval staat het lijdend voorwerp?
A
1e naamval
B
4e naamval
Slide 12 - Quizvraag
Wie = wer in de 1e naamval
wem in de derde naamval
Wen in de vierde naamval
.... sucht er?
A
wer
B
wen
Slide 13 - Quizvraag
Maak een keuze!
Kennst du ihn / er
A
ihn
B
er
Slide 14 - Quizvraag
Maak een keuze!
Ich kenne du / dich
A
du
B
dich
Slide 15 - Quizvraag
Maak een keuze!
Wer / Wen kann mein Handy reparieren?
A
Wer
B
Wen
Slide 16 - Quizvraag
Maak een keuze!
Wer / Wem / Wen interessiert sich für Mode?
A
Wer
B
Wem
C
Wen
Slide 17 - Quizvraag
Maak een keuze!
Peter und Petra, ich lade ihr / euch / sie ein.
A
ihr
B
euch
C
sie
Slide 18 - Quizvraag
Maak een keuze!
Der Preis ist € 20,-, ich finde es / er / ihn zu hoch.
A
er
B
ihn
C
es
Slide 19 - Quizvraag
3e Meewerkend voorwerp
aan wie / voor wie?
Ik geef
haar
een cadeau
Ik lees
jou
een boek voor
Ich gebe
ihr
ein Geschenk
Ich lese
dir
ein Buch
Slide 20 - Tekstslide
1e naamval
ich - ik
du - jij
er - hij
sie - zij
es - het
wir - wij
ihr - jullie
sie - zij
Sie - u
3e naamval
mir
dir
ihm
ihr
ihm
uns
euch
ihnen
Ihnen
Slide 21 - Tekstslide
Voorzetsels
Gelukkig hoef je niet elke zin te gaan ontleden
In plaats van een gekunstelde zin als:
Ik geef hem een boek
Gebruik je steeds vaker:
Ik geef het boek
aan
hem
Je gebruikt dan een voorzetsel.
Slide 22 - Tekstslide
Voorzetsels
In het Duits zijn voorzetsels belangrijker dan zinsontleding
Het is dus slim om altijd eerst te checken of er een voorzetsels in de zin staat
Als deze tot een bepaalde groep hoort weet je meteen in welke naamval je deze moet zetten
Er zijn twee groepen -> voor de 4e en voor de 3e naamval
Slide 23 - Tekstslide
mit
nach
bei
seit
von
zu
aus
außer
entgegen
gegenüber
met
na, naar
bij
sinds
van, door
naar (bij personen), tot, bij
uit
behalve
tegemoet
tegenover
3e
Slide 24 - Tekstslide
durch
für
ohne
um
bis
gegen
entlang
Vertaling
door
voor
zonder
om
tot
tegen
langs
4e
Slide 25 - Tekstslide
Check
Gebruik het schema op de blauwe pagina's bij hfdst 10
Heb je het overzicht welke voorzetsels welke naamval krijgen ??
Powerpoint !!
Slide 26 - Tekstslide
Ist das Geschenk für (jullie) ______?
A
ihr
B
euch
C
sie
Slide 27 - Quizvraag
Gehst du mit (hem) ______
in die Disko?
A
er
B
ihm
C
ihn
Slide 28 - Quizvraag
Die Geschichte geht um (hen) _____.
A
ihn
B
sie
C
Sie
D
ihr
Slide 29 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
4T K2 voorzetsels en voornaamwoorden
December 2018
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
V3 gr. K2
Oktober 2020
- Les met
26 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
naamvallen zonder voorzetsel 3 HAVO
Oktober 2023
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
1, 3, 4e naamval
November 2020
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Naamvallen Ontleden + Pers.vnw.
November 2023
- Les met
38 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
voorzetsels 3e en 4e naamval met persoonlijk voornaamwoord
September 2023
- Les met
31 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les 4 pers vnw 3e 4e nv
Oktober 2021
- Les met
33 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
03-12-2021 Havo 3B - Grammatik - Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
November 2021
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3