V5A 5e instructieles

Betoog en discussie
Pak je module, schrift en pen
Je start zelfstandig en in stilte met de startopdracht.
Hoe kreeg deze 16-jarige scholier een groot deel van de wereld zo ver om te staken? Hoe kwam het dat zij mocht spreken voor de Verenigde Naties?


Wat is jouw mening over de recente klimaatdemonstraties?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Betoog en discussie
Pak je module, schrift en pen
Je start zelfstandig en in stilte met de startopdracht.
Hoe kreeg deze 16-jarige scholier een groot deel van de wereld zo ver om te staken? Hoe kwam het dat zij mocht spreken voor de Verenigde Naties?


Wat is jouw mening over de recente klimaatdemonstraties?

Slide 1 - Tekstslide

Vorige week
Stijlfouten
en brononderzoek voor betoog
Deze week
Voorbereiding op je betoog (schrijftoets)
Lees en analyseer je boek voor de lijst
Presenteren met retorische middelen
Vooruitblik
Lees je boek tijdig uit
Neem je materiaal volgende week mee

Slide 2 - Tekstslide

Praktische informatie


Presenteren (oefenen)


Zelfstandig leren

Slide 3 - Tekstslide

studiewijzerlesinhoud
van 31 augustus
studieplanner

Slide 4 - Tekstslide

De discussie

Slide 5 - Tekstslide

Opbouw
Inleiding
Aandachtstrekker (bijv. anekdote, actualiteit, opvallende feiten/cijfers, 'stel je eens voor 
dat ...')

Romp
Argumentatie met onderbouwing
Ten eerste ... <argument>
Uitleg
Bijvoorbeeld

Slide 6 - Tekstslide

Doel van de probleemoplossende discussie
Oplossen van een probleem 
Begrip krijgen voor elkaars standpunten
Tot overeenstemming komen

Slide 7 - Tekstslide

De drie rondes
1. Introductie: 
Voorzitter trekt de aandacht en introduceert onderwerp. 
Voorzitter benoemt probleemstelling en de deelonderwerpen. 
Voorzitter vraagt alle discussianten heel kort hun mening te geven over het probleem en hun belangrijkste argument daarvoor.

Slide 8 - Tekstslide

De drie rondes
2. Discussie: 
De discussie wordt gevoerd aan de hand van drie deelonderwerpen. Ieder argument dat genoemd wordt, moet ondersteund worden door een bron. Deze bron kun je citeren of parafraseren. 
Voorzitter introduceert ieder deelonderwerp en sluit introductie af met stelling of prikkelende vraag waar de discussianten op in gaan. Voorzitter sluit ieder deelonderwerp af met korte samenvatting en/of conclusie.

Slide 9 - Tekstslide

De drie rondes
3. Conclusie: 
De voorzitter bespreekt met de discussianten in hoeverre ze het eens zijn geworden binnen de deelonderwerpen en wat dit betekent voor de probleemstelling. 
De voorzitter vat hun inbreng samen en trekt de conclusie met betrekking tot de probleemstelling.

Slide 10 - Tekstslide

Argumenteren
Wat maakt een argument krachtig?

Slide 11 - Tekstslide

Ten eerste ...
Daarnaast ...
Ook ...

Leg uit waarom het zo is.
Leg uit waarom het goed of slecht is.
Leg uit voor wie het goed of slecht is.

Stel je voor dat ...
Uit onderzoek blijkt dat ...
Onlangs ...

Welke bron toont jouw argument aan?
Argument



Uitleg



Bijvoorbeeld



Bron

Slide 12 - Tekstslide

Ethos


Pathos


Logos
Ethos
Je presenteert jezelf als een geloofwaardig, betrouwbaar, betrokken en deskundig persoon.
Hier gaat het om jou als persoon en waarom jouw mening belangrijk is.

Slide 13 - Tekstslide

Ethos


Pathos


Logos
Pathos
Welke emotie wil en ga jij oproepen bij de ander? Jouw overtuigingskracht is afhankelijk van het gevoel dat jij oproept.
Je speelt in op de gevoelens door beeldende taal, humor en woordgebruik.

Slide 14 - Tekstslide

Ethos


Pathos


Logos
Logos
Je doet een beroep op het verstand van de ander. De structuur en opbouw van je boodschap en de ondersteuning van bewijsmateriaal helpen om de ander te overtuigen dat je niet zomaar iets zegt, maar doordacht tot deze boodschap bent gekomen.

Slide 15 - Tekstslide

Ethos


Pathos


Logos
Wie ben jij? Wat is je betrokkenheid en ervaring bij het onderwerp?


Welk gevoel breng jij over? 



Je kunt dat wel zeggen, maar waar blijkt het uit?

Slide 16 - Tekstslide

Inleiding
Argument voor
Tegenargument
Tegen het tegenargument / argument voor
Tegenargument

Let op:
Discussiëren = samenwerken
Luisteren, inhoudelijk reageren

Slide 17 - Tekstslide

8 minuten samenwerkend leren
Formuleer een stelling bij het onderwerp.
Vul het formulier ter voorbereiding op een discussie. 
Bedenk een inleiding
Bereid je debat voor. Wie zijn voor/tegen?
timer
8:00

Slide 18 - Tekstslide

Binnen je groepje
Eén deelnemer start met de inleiding. De volgende leerling gaat in op wat de vorige deelnemer zei en vult aan met een eigen argument (+ onderbouwing). De volgende ontkracht dat argument en geeft vervolgens een eigen argument.

Slide 19 - Tekstslide

Voor de klas
Een groepje discussieert voor de klas. 
Andere groepen krijgen een kijk- en luisteropdracht.

Slide 20 - Tekstslide