Les 4 - H2 Genres en leeservaring

Lesprogramma
  • Lesdoel
  • Uitleg genres, leeservaring en beoordelingswoorden
  • Huiswerk nakijken en verbeteren
  • Zelf aan de slag
  • Terugblik
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesprogramma
  • Lesdoel
  • Uitleg genres, leeservaring en beoordelingswoorden
  • Huiswerk nakijken en verbeteren
  • Zelf aan de slag
  • Terugblik

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ... weet je welke genres er zijn
  • ... kun je jouw leeservaring beschrijven m.b.v. beoordelingswoorden en argumenten

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Thriller
Een spannend verhaal waarin de hoofdpersoon in een levensbedreigende situatie terechtkomt. 


Slide 6 - Tekstslide

Fantasy
Een verhaal met fantasiewezens in een fantasiewereld.

Slide 7 - Tekstslide

Dystopische roman
Een verhaal over een wereld die door rampen of dictatuur bijna niet meer leefbaar is.

- toekomst

- dystopie vs. utopie

Slide 8 - Tekstslide

Ontwikkelingsroman
Een verhaal over het volwassen worden van een (jonge) hoofdpersoon.

- coming of age

Slide 9 - Tekstslide

Psychologische roman
Een verhaal waarin de nadruk ligt op de gedachten en gevoelens van de hoofdpersoon (meer dan op de gebeurtenissen).

Slide 10 - Tekstslide

Reisverhaal
Een verhaal waarin een verslag wordt gegeven van een reis.
- vaak non-fictie

Slide 11 - Tekstslide

Leeservaring omschrijven
Je hebt al diverse malen je leeservaring moeten omschrijven (= mening over een boek of verhaal). 

Vandaag gaan we dieper in op:

1. Emotieve argumenten
2. Realistische argumenten
3. Morele argumenten

Slide 12 - Tekstslide

  Emotieve argumenten
Je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven wat een verhaal met je doet (emotie).

maakt me vrolijk - spannend - vol vaart - ontroerend - beklemmend

Slide 13 - Tekstslide

Realistische argumenten
Je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven in hoeverre jij een verhaal realistisch vindt .

geloofwaardig - herkenbaar - bedacht - origineel 

Slide 14 - Tekstslide

 Morele argumenten
Je gebruikt beoordelingswoorden die iets zeggen over de keuzes die de personages maken of over de boodschap die de schrijver wil uitdragen.

keur ik af - belangrijk - rechtvaardig - lomp

Slide 15 - Tekstslide

Zelf aan de slag
  • Kijk je huiswerk na opdr. 1, 4 en 6 H1;
  • Lees het verhaal op blz. 58-62;
  • Maken opdr. 1 en 2.

Slide 16 - Tekstslide

Wat heb jij deze les geleerd?

Slide 17 - Woordweb