Werkwoord als bijvoeglijk naamwoord

Werkwoord als bijvoeglijk naamwoord
Leerdoelen:
  • Je leert bijvoeglijke naamwoorden benoemen in een zin
  • Je leert voltooide deelwoorden benoemen in een tekst
  • Je leert werkwoorden die worden gebruikt als bijvoeglijk naamwoord herkennen en benoemen in een zin.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 85 min

Onderdelen in deze les

Werkwoord als bijvoeglijk naamwoord
Leerdoelen:
  • Je leert bijvoeglijke naamwoorden benoemen in een zin
  • Je leert voltooide deelwoorden benoemen in een tekst
  • Je leert werkwoorden die worden gebruikt als bijvoeglijk naamwoord herkennen en benoemen in een zin.

Slide 1 - Tekstslide

Eerst even wat herhalen
  • Voltooid deelwoord
  • Zelfstandig naamwoord
  • Bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Welke drie vormen van werkwoorden hebben we deze week geleerd?

Slide 3 - Open vraag

Welke van deze werkwoorden is een voltooid deelwoord?
A
gegeten
B
eten
C
at

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 5 - Open vraag

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 6 - Open vraag

bijv. naamwoord bij
het woord sneeuw

Slide 7 - Woordweb

Werkwoord als bijv. naamwoord
Voltooid deelwoord
- de gegeten appel
- de vergeten sleutel
- het onthouden antwoord

Infinitief
- de te downloaden film

Slide 8 - Tekstslide

Werkwoord als bijv. naamwoord
Soms verandert het voltooid deelwoord een beetje:

De appel is verrot. - De verrotte appel.
De speler werd gehinderd. - De gehinderde speler.
De bakvorm is ingevet. - De ingevette bakvorm.

Slide 9 - Tekstslide

Is dit een werkwoord of een bn?
Ik ben vandaag de toets vergeten.
A
werkwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Quizvraag

De verveelde leerlingen waren druk vandaag
A
Werkwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Quizvraag

De te beantwoorden vragen zijn veel te moeilijk
A
Werkwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 12 - Quizvraag

Ik heb me erg vermaakt vandaag.
A
Werkwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Quizvraag

Is hij vandaag in de stad geweest?
A
Werkwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 14 - Quizvraag

Heb je de bewerkte foto wel opgeslagen?
A
werkwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Quizvraag

Werkvorm
Wat:     In groepjes aan de slag met de leerstof. Op elke tafel ligt een opdracht
               klaar. Je maakt deze samen.
Hoe:     Ga bij elkaar zitten. Lees de instructie. 1 persoon markeert.
Hulp:    kom je er samen niet uit? Vraag mij.
Tijd:      3 rondes van 7 minuten.
Uitkomst:       3 teksten met gemarkeerde antwoorden.
Klaar:      Kijk je antwoorden nog een keer goed na.

Slide 16 - Tekstslide