In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
12.1 a Wat is een rechtsvorm?
Slide 4 - Open vraag
12.1 b Geef zes voorbeelden van rechtsvormen
Slide 5 - Open vraag
12.1c Waarom is het belangrijk om goed na te denken over de rechtsvorm die moet worden gekozen?
Slide 6 - Open vraag
12.2a Wat is het verschil tussen een natuurlijk persoon en een rechtspersoon?
Slide 7 - Open vraag
12.2b Welke rechtsvormen hebben rechtspersoonlijkheid?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
12.3 a Noem 2 nadelen van het starten van een bedrijf in plaats van overnemen
Slide 15 - Open vraag
12.4 a Veel startende bedrijven zijn een eenmanszaak. Waarom denk je?
Slide 16 - Open vraag
12.4 b Kan een ondernemer met een eenmanszaak eenvoudig geld lenen?
Slide 17 - Open vraag
12.4 c Kan een eenmanszaak met personeel werken?
Slide 18 - Open vraag
12.5 Frits Willemsen is eigenaar van een eenmanszaak in computerartikelen en wordt failliet verklaard. Het totaal van schulden is € 350.00 en de opbrengst van de bezittingen is € 270.000. a. Wat verstaan we onder faillissement? b. wie regelt de afwikkeling van een faillissement? c. Hoe kunnen schuldeisers het resterende bedrag terugkrijgen?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
12.6a Wat is een VOF? 12.6 b Noem 2 voordelen van een VOF tov een eenmanszaak 126c Hoe is de aansprakelijkheid van schulden bij een VOF?