Heb ik het begrepen? Module 3 Hoofdstuk 2 paragraaf 1 t/m 4

Heb ik het begrepen? 
Module 3 Hoofdstuk 2 paragraaf 1 t/m 4
  • Er volgen 15 vragen
  • Doe me en vul de vragen in
  • Check voor jezelf!

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Heb ik het begrepen? 
Module 3 Hoofdstuk 2 paragraaf 1 t/m 4
  • Er volgen 15 vragen
  • Doe me en vul de vragen in
  • Check voor jezelf!

Slide 1 - Tekstslide




Vraag 1/15
Hoe hoog is de evenwichtsprijs (zie grafiek)?
A
6
B
14
C
16
D
22

Slide 2 - Quizvraag




Vraag 2/15
Hoe hoog is de evenwichtshoeveelheid
(zie grafiek)?
A
6
B
14
C
16
D
22

Slide 3 - Quizvraag


Vraag 3/15
Wat voor soort producten zijn erin de markt van monopolistische concurrentie?
A
Alleen homogene producten
B
Alleen heterogene producten
C
Zowel homogene als heterogene producten

Slide 4 - Quizvraag


Vraag 4/15
Wat voor soort producten zijn erin de markt van oligopolie?
A
Alleen homogene producten
B
Alleen heterogene producten
C
Zowel homogene als heterogene producten

Slide 5 - Quizvraag




Vraag 5/15
Hoe heet de specifieke markt die iedere aanbieder heeft bij monopolistische concurrentie?
A
Niche
B
Volkomen markt
C
Marktsegment

Slide 6 - Quizvraag




Vraag 6/15
Wat gebeurt er met winst van elke aanbieder als er een nieuwe aanbieder op de markt komt bij monopolistische concurrentie?
A
Daalt
B
Blijft gelijk
C
Stijgt

Slide 7 - Quizvraag




Vraag 7/15
Wat gebeurt er met het totaal aantal vragers als er een nieuwe aanbieder op de markt komt bij monopolistische concurrentie?
A
Daalt
B
Blijft gelijk
C
Stijgt

Slide 8 - Quizvraag



Drie fietsenmakers in een stad met een omzet van:
- Fietsenmaker A: 100.00 euro
- Fietsenmaker B: 45.000 euro
- Fietsenmaker C: 75.000 euro
Wat is het marktaandeel van Fietsenmaker B? Rond af op 2 decimalen.
Vraag 8/15


Slide 9 - Open vraag




Vraag 9/15
Waaraan is P gelijk bij volkomen concurrentie als er geen winst is?
A
TO
B
TK
C
GTK

Slide 10 - Quizvraag




Vraag 10/15
Hoe bereken je de totale winst van een aanbieder?
A
TO-TK
B
P-GTK
C
TO-GTK
D
TO-MO

Slide 11 - Quizvraag




Vraag 11/15
Hoe bereken je de winst per product?
A
P-GTK
B
TO-TK
C
QxP

Slide 12 - Quizvraag




Vraag 12/15
Er treden meer aanbieders op de markt bij volkomen concurrentie. 
Wat gebeurt er dan met de aanbodlijn?
A
Schuift naar links
B
Blijft hetzelfde
C
Schuift naar rechts

Slide 13 - Quizvraag




Vraag 13/15
Bij welke marktvorm hebben de aanbieders geen enkele invloed op de prijs?
A
Monopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Volkomen concurrentie
D
Oligopolie

Slide 14 - Quizvraag




Vraag 14/15
Bij welk product werkt prijsdiscriminatie?
A
Vliegtickets
B
Brood
C
Kleding

Slide 15 - Quizvraag




Vraag 15/15
Hoe hoog is de winst in Euro's van de aanbieder (zie grafiek)?
A
2.000
B
3.000
C
5.000

Slide 16 - Quizvraag