Lymfadenopathie bij oudere dame
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat geeft het hemoglobinegehalte (Hb) in het bloedbeeld aan?
A
Het aantal witte bloedcellen
B
De zuurstofbindingscapaciteit van het bloed
C
De bloedstollingscapaciteit
D
Het aantal bloedplaatjes
Slide 2 - Quizvraag
Welke bloedceltype stijgt bij een bacteriële infectie meestal het eerst?
A
Lymfocyten
B
Eosinofielen
C
Neutrofielen
D
Basofielen
Slide 3 - Quizvraag
Waar of niet waar: Een verlaagd MCV wijst op macrocytaire anemie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent een verhoogde RDW in het bloedbeeld?
A
Er is sprake van een verhoogd aantal bloedplaatjes
B
Er is veel variatie in de grootte van de erytrocyten
C
De leukocyten zijn groter dan normaal
D
De bloedstolling is verstoord
Slide 5 - Quizvraag
Welk van de onderstaande is géén onderdeel van een standaard bloedbeeld?
A
Hematocriet
B
Trombocyten
C
INR
D
MCV
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een mogelijke oorzaak van een microcytaire anemie?
A
Vitamine B12-deficiëntie
B
IJzertekort
C
Alcoholmisbruik
D
Myelodysplastisch syndroom
Slide 7 - Quizvraag
Een patiënt heeft een Hb van 5.0 mmol/L, een MCV van 105 fL en een laag reticulocytengetal. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak?
A
IJzergebrek
B
Foliumzuurdeficiëntie
C
Acuut bloedverlies
D
Hemolytische anemie
Slide 8 - Quizvraag
Waar of niet waar: Een hoog aantal eosinofielen kan wijzen op een parasitaire infectie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Wat duidt een verlaagd aantal neutrofielen op (neutropenie)?
A
Ijzergebrek
B
Chronische infectie
C
Verminderde beenmergfunctie
D
Dehydratie
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent MCH in het bloedbeeld?
A
Gemiddeld aantal witte bloedcellen
B
Gemiddeld hemoglobinegehalte per erytrocyt
C
Totaal hemoglobine in het bloed
D
Hematocrietwaarde
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een normale waarde voor het aantal trombocyten?
A
10-50 x 10⁹/L
B
150-400 x 10⁹/L
C
500-800 x 10⁹/L
D
1000-1500 x 10⁹/L
Slide 12 - Quizvraag
Een patiënt heeft pancytopenie. Wat betekent dit?
A
Alleen een tekort aan erytrocyten
B
Alleen een tekort aan trombocyten
C
Tekort aan erytrocyten, leukocyten én trombocyten
D
Verhoogde bloedplaatjes
Slide 13 - Quizvraag
Waar of niet waar: Bij een virale infectie zijn lymfocyten vaak verhoogd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Welke test is aanvullend nodig bij een verdenking op hemolytische anemie?
A
CRP
B
Reticulocytengetal
C
INR
D
BSE
