10 tijdvakken
1 / 13
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Het jaar 200 n.chr. hoort bij welke periode?
A
De Middeleeuwen
B
De Oudheid
C
De Prehistorie
D
De Moderne Tijd
Slide 3 - Quizvraag
Het jaar 3500 v. C. hoort bij welke periode?
A
De Middeleeuwen
B
De Oudheid
C
De Prehistorie
D
De Moderne Tijd
Slide 4 - Quizvraag
1 eeuw is:
A
10 jaar
B
50 jaar
C
1000 jaar
D
100 jaar
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van monniken en ridders
B
Tijd van steden en staten
C
Tijd van burgers en stoommachines
D
Tijd van Grieken en Romeinen
Slide 9 - Quizvraag
Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van pruiken en revoluties
B
Tijd van steden en staten
C
Tijd van wereldoorlogen
D
Tijd van televisie en computers
Slide 10 - Quizvraag
Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van pruiken en revoluties
B
Tijd van ontdekkers en hervormers
C
Tijd van jagers en verzamelaars
D
Tijd van regenten en vorsten
