Hout - houtsoorten

             Theorie HOUT
1 / 59
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 59 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

             Theorie HOUT

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen: je leert
  1. verschillende houtsoorten kennen
  2. verschillende houtvormen kennen
  3. verschillende plaatmaterialen kennen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke houtsoorten ken jij (bijv. eiken)?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende houtsoorten
Hout van naaldbomen:
vuren -> kozijnen/deuren                             grenen -> meubels


Hout van loofbomen:
eiken -> meubels/parket                              beuken -> speelgoed

mahonie -> meubels                                       teak -> tuinmeubelen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Loofbomen
Naaldbomen

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Loofbomen
Naaldbomen
groeit snel
groeit langzaam
goedkoper
duurder
betere kwaliteit - gaat langer mee
mindere kwaliteit - gaat minder lang mee

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt hout in verschillende vormen kopen, welke ken jij?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Houtvormen, zoals...
Balk
lat
plaatmateriaal
triplex + multiplex
rondhout
plaatmateriaal spaanplaat

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

balk. massief hout (alleen hout)
rondhout. massief hout (alleen hout)
lat. massief hout (alleen hout)

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

plaatmaterialen
triplex/multiplex


3 (triplex) of 5 of meer laagjes hout (altijd oneven)(multiplex)
spaanplaat
houtspaanders die met lijm zijn samengeperst
hardboard
gemaakt van fijngemalen geperste houtvezels 
mdf
gemaakt van houtvezels die met lijm tot platen zijn geperst

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Multiplex. Gelaagd  hout (laagjes hout met lijm)
MDF. geperst hout (fijne vezels met lijm)
spaanplaat. geperst hout (grove vezels met lijm)

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep onderstaande houtsoorten naar de juiste plek.
Loofboom
Naaldboom
Eiken 
 vuren
Grenen 
beukenhout

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep onderstaande houtsoorten naar de juiste plek.
Plaatmateriaal
massief
rondhout
Multiplex 
 lat
balk
triplex
MDF

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er bestaat behandeld en onbehandeld hout. Wat is het verschil?
Behandeld hout
Onbehandeld hout
Behandeld hout

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen behaald? 
  1. verschillende houtsoorten kennen
  2. verschillende houtvormen kennen
  3. verschillende plaatmaterialen kennen
Vertaling: Een blokhut gekocht bij ikea

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen  

  1. keurmerken van hout herkennen
  2. ik weet meer over meten en aftekenen
  3. ik weet verschillende manieren om
       hout te bewerken
Vertaling: Een blokhut gekocht bij ikea

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zijn FSC en PEFC
voorbeelden van?
A
Bedrijven die hout verwerken
B
Houtsoorten
C
Keurmerken van duurzaam beheerde bossen
D
Keurmerken van sterke soorten massief hout

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor staan
deze keurmerken?
A
goede vuilniszakken
B
leuk speelgoed
C
Nederlands keurmerk, dit staat voor een goede technische kwaliteit
D
beide staan voor: gemaakt in china

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is de bovenste optie
van aftekenen beter?
A
Er kan meer op 1 plank, is zuiniger.
B
Is overzichterlijker

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Priem
Rolmaat
Verstekhaak
Kraspen
Duimstok
Schuifmaat
Centerpons
Blokhaak/
winkelhaak

Slide 20 - Sleepvraag

Huiswerk was lezen hfdst 2 t/m par. 2.3
Dit gaat over verschillende soorten meet- en aftekengereedschappen. 
Maak de sleepvraag ter controle. 

Laat hierna de verschillende gereedschappen in het echt zien.  Zorg dat dit per tafel beschikbaar is. 

10 - 30
Met een
winkelhaak kun je:
A
Alleen rechterlijnen aftekenen
B
Kun je 90 graden hoeken aftekenen en controleren
C
Kun je 45 graden hoeken aftekenen en controleren
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is een timmermanspotlood ovaal?
A
past beter in de broekzak
B
rolt niet van werkbank
C
voor de leuk

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste namen naar de juiste ZAAG
figuurzaag
junior zaag
Ijzerzaag
handzaag
kapzaag

Troffelzaag

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

    Link het juiste gereedschap met de naam.
Priem
Verstekzaag
Verstekbak
Boor
Bankschroef

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor gebruik je een verstekbak of verstekzaag?
A
om in 90 graden te zagen
B
A en C zijn goed
C
om 45 graden te zagen (in verstek)
D
A en C zijn fout

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor kun je een kapzaag
niet gebruiken?
A
Om dun hout door te zagen
B
Om dik hout door te te zagen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke machine(s) moet je een veiligheidsbril op?
A
Schuurmachine
B
Kolomboormachine
C
Figuurzaagmachine
D
Bij alle genoemde machines

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebruik je om veilig met een kolomboor te werken?
A
Boorklem
B
Bankschroef
C
combinatietang
D
Boorplatau

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je op letten bij het werken met een decoupeerzaag
A
dat je haar vast zit
B
dat je een veiligheidsbril op hebt
C
dat de tafel niet onder de zaagsnede zit, dan zaag je in de tafel
D
Alle drie de antwoorden zijn goed.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een priem gebruik je voor
A
in metaal af te tekenen/krassen
B
Om in karton te prikken
C
Een deukje te duwen in hout, daar waar je wilt boren

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke boor gebruik je voor welk materiaal

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

houtboor
steenboor
gatenzaag

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vijl heeft minimaal 1 kant met tandjes, dit heet de kap.  Sleep de juiste naam naar de juiste grofte van de tandjes.
Grof
Middel grof
Fijn
Zoete vijl
Bastard vijl
Half zoete vijl

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vijl heeft soms 1 kant zonder tandjes. Dit heet de spaarkant. Waarom is dit?
A
Dan spaar je daar het materiaal, dus die kant vijl je niet.
B
Voor als je glad wilt vijlen
C
Is goedkoper om te maken

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Snijmes
B
Beitel
C
Schaaf
D
Steekmes

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe fijner het schuurpapier hoe...
A
hoger het getal op de achterzijde van het schuurpapier
B
lager het getal op de achterzijde van het schuurpapier

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen behaald?

  1. keurmerken van hout herkennen
  2. ik weet meer over meten en aftekenen
  3. ik weet verschillende manieren om
       hout te bewerken
Vertaling: Een blokhut gekocht bij ikea

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen  

  1. Ik weet het verschil tussen vaste en losneembare verbindingen
  2. Ik ken verschillende houtverbindingen 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort verbinding zie je hier?
A
vaste verbinding
B
losneembare verbinding
C
D
geen van allen

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort verbinding zie je hier?
A
vaste verbinding
B
losneembare verbinding
C
D
geen van allen

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

soorten houtverbindingen

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze verbinding heet....
A
Hoekverbinding
B
Houtverbinding
C
Halfhoutverbinding
D
Staat er niet bij

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk gereedschap heb je nodig om deze verbinding te maken?
A
beitel
B
hamer
C
handzaag
D
alle 3

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we deze houtverbinding?
A
deuvel verbinding
B
zwaluwstaart verbinding
C
schroef verbinding
D
lijm verbinding

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we deze houtverbinding?
A
deuvel verbinding
B
zwaluwstaart verbinding
C
schroef verbinding
D
lijm verbinding

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet deze verbinding?
A
Deuvelverbinding
B
Pen-gat-verbinding
C
Halfhoutverbinding
D
Zwaluwstaartverbinding

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet deze verbinding?
A
pen-gat-verbinding
B
deuvelverbinding
C
lijmverbinding
D
A en B zijn beiden goed

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gebruik je
centerpuntjes bij een deuvelverbinding?
A
Zodat er een afdruk in het hout achter blijft
B
Zodat je weet waar de gaten in de andere kant komen
C
Zodat je niet hoeft te meten waar de gaten in de andere kant komen
D
Alles is juist

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Over welke soort verbinding gaat het in de foto?
A
schroefverbinding
B
spijkerverbinding
C
lijmverbinding
D
geen van deze 3

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gebruiken we bij een spijkerverbinding vaak houtlijm?
A
Dit is goedkoper
B
Dit is sterker
C
Houtlijm is niet meteen droog
D
B en C zijn beiden waar

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de hamer op deze animatie?
A
houten hamer
B
bankhamer
C
klauwhamer
D
kunststofhamer

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je met deze klauwhamer, dat je met een bankhamer niet kunt?
A
timmeren
B
scheefgeslagen spijker uit het hout halen
C
bierflesje open maken

Slide 52 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet deze
verbinding?
A
spijkerverbinding
B
deuvelverbinding
C
lijmverbinding
D
schroefverbinding

Slide 53 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn dit voor
gereedschappen?
A
Houtklem
B
Lijmklem
C
Beugelklem
D
Figuurzaaghouder

Slide 54 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet deze
verbinding?
A
spijkerverbinding
B
deuvelverbinding
C
lijmverbinding
D
schroefverbinding

Slide 55 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schroefgereedschap
accuboormachine

Kruiskopschroevendraaier
Platte schroevendraaier

Torxschroevendraaier
Inbussleutel

Slide 56 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke schroef heeft de beste grip met de schroevendraaier?
A
Gleufkop
B
kruiskop
C
torx
D
inbus

Slide 57 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbindingen
Nietten
Pengatverbinding
Deuvelverbinding
Zwaluwstaartverbinding
Spijker
Houtdraaibout
Platkopschroef
Kruiskopschroef
Houtlijm
Houtschroef
halfhoutverbinding

Slide 58 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen behaald?  

  1. Ik weet het verschil tussen vaste en losneembare verbindingen
  2. Ik ken verschillende houtverbindingen 

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies