persoonlijke brief schrijven/brief indeling

Welkom bij Nederlands
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Lezen

Schrijfvaardigheid

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
15:00
Pak je leesboek voor je!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De persoonlijke brief 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  •  Ik weet wat het tekstdoel en leespubliek is bij een persoonlijke brief. 
  • Ik weet dat informeel taalgebruik hoort bij een persoonlijke brief.
  •  Ik weet wat de juiste indeling is van een persoonlijke brief. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke brief

Slide 6 - Tekstslide

Bron uileg.
Persoonlijke brief

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is van toepassing op een persoonlijke brief?
A
informele taal
B
formele taal
C
persoonlijke taal
D
je- vorm

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent geadresseerde?
A
De ontvanger van de brief
B
De schrijver van de brief
C
Degene die de brief controleert
D
Iets anders

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke woord hoort bij een persoonlijke brief?
A
Geachte
B
Hoi
C
Met vriendelijke groet,
D
Hoogachtend,

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij een persoonlijke
brief?
A
Geachte
B
Hoi
C
Met vriendelijke groet,
D
Hoogachtend,

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Geachte mevrouw, wilt u deze brief spoedig beantwoorden?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe sluit je een persoonlijke brief af?
A
Met vriendelijke groet,
B
Groetjes,

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een persoonlijke brief, gebruik je:
A
je, jij
B
altijd u
C
kan allebei

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit hoeveel alinea's bestaat je brief minimaal?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De eerste zin van de brief begint met een hoofdletter.
A
Niet waar, de aanhef eindigt met een komma en daarna krijg je nooit een hoofdletter.
B
Waar. In de brief begint de eerste zin toch met een hoofdletter.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent aanhef?
A
De eerste paar zinnen van een brief
B
De geadresseerde
C
De eerste alinea
D
Bijv: Beste meneer Kok,

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf je maanden in je brief (bijv. bij plaats, datum) met een hoofdletter?
A
Ja altijd!
B
Nee nooit!

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer je, je voorstelt in de brief mag je altijd beginnen met
A
Hallo
B
Goedenmiddag
C
Hoi
D
Mijn naam is

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar plaats je in een persoonlijke brief de plaats en datum?
A
Onderaan de tekst
B
Bovenaan de tekst

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een juiste aanhef voor een persoonlijke brief?
A
Geachte mijnheer of mevrouw,
B
Lieve oma en opa,
C
Hallo mevrouw Yvonne,
D
Beste heer De Vries,

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De plaats en datum
A
Bij zowel zakelijke als persoonlijke brief
B
alleen bij zakelijke
C
bij persoonlijke
D
soms bij de persoonlijke, altijd bij zakelijke

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Horen de woorden/ zinnetjes in een persoonlijke of in een zakelijke brief? 
Zet ze in het juiste rijtje. De rijtjes worden even lang.
Zakelijke brief
Persoonlijke brief
Beste
Geachte
Alvast bedankt
Bij voorbaat dank
Jammer genoeg
Tot mijn spijt
Groetjes
Met vriendelijke groet
Gauw
Spoedig

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke woord hoort bij een persoonlijke brief?
A
Geachte
B
Hoi
C
Met vriendelijke groet,
D
Hoogachtend,

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een persoonlijke brief schrijf je aan iemand die je....
A
niet goed kent
B
goed kent

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Je wilt afspreken met een vriend/vriendin. Je wilt iets leuks gaan doen. Je stuurt hem/haar daarom een brief. Je moet zelf bedenken wat je gaat doen.
In je brief:
- beschrijf je wat je wilt gaat doen.
- waar je daar wilt.
- wanneer en hoe laat je dat wilt doen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies