Starke Verben 2

5. Woche vom Lockdown
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMBOStudiejaar 1,4

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

5. Woche vom Lockdown

Slide 1 - Tekstslide

Lernziel 
Ich kann die starke Verben richtig in der Kommunikation verwenden.

Slide 2 - Tekstslide

Heute:
- selbständig den Unterricht folgen 
raadpleeg de theorie Grammatica Reader blz. 37-42
Fragen? bitte im Teams chat stellen'
Fertig? bitte den Rückstand erledigen (achsterstand bijwerken)

Slide 3 - Tekstslide

Heute:

tijdens zelfstandig werken spreekopdrachten 
- Voicemail
- opdracht 4.9 Reader Duits 
individueel in Teams met de docent bespreken 
(je wordt door je docent "gebeld")

Slide 4 - Tekstslide

Zet de woorden tussen de haakjes in de 
tegenwoordige tijd!
Maar wat is de regel? 
zie de theorie in Grammatica Reader blz. 37-41

Slide 5 - Tekstslide

idewis / (fe)esttenten

Slide 6 - Tekstslide

Let op de stam!

Slide 7 - Tekstslide

Der Vorsitzender (nehmen) ............ kein Blatt vor den Mund.

Slide 8 - Open vraag

Frau Müller (geben) .......................... telefonisch Auskünfte.

Slide 9 - Open vraag

Die Wirtschaftslage (wachsen) ........ in den kommenden Jahren.

Slide 10 - Open vraag

Die Abteilungsleiterin (vertretten) ............... den Direktor.

Slide 11 - Open vraag

Wenn Sie leise (sprechen) ...................(verstehen) .......................... ich Sie nicht.

Slide 12 - Open vraag

Der Vertreter (einladen) .................den Kunden zu einem Besuch ..................
A
lädt ....ein
B
ladt ....
C
lädet .....ein
D
eingeladen.

Slide 13 - Quizvraag

Wie (gehen) ...................es Ihnen?

Slide 14 - Open vraag

Diese Regelungen (gelten) .................. immer noch.

Slide 15 - Open vraag

Ihr (begreifen) ..............
was wir meinen.
A
begreiftet
B
begreift

Slide 16 - Quizvraag

Der Lieferant (nehmen) ...... alle Kosten.
A
nehmt
B
nehmen
C
niemt
D
nimmt

Slide 17 - Quizvraag

Zet de woorden tussen haakjes 
in de 
VERLEDEN TIJD 
(de stam van onvoltooide verleden tijd vind je in 
de Lijst van sterke werkwoorden, column 2 / Grammatica Reader)

Slide 18 - Tekstslide

-->
---->

Slide 19 - Tekstslide

Der Prozess (verlaufen) ..................... wie erwartet.
A
verläuft
B
verlauft
C
verlief
D
verlaufen

Slide 20 - Quizvraag

Das Boot (abfahren) ...............um 12 Uhr .....................
A
fährt ................ab
B
fuhr ..............ab

Slide 21 - Quizvraag

Wer (helfen) ..............euch dabei?
A
helft
B
half

Slide 22 - Quizvraag

Unser Angebot (fallen) ................sehr günstig aus.
A
fiel
B
fielt
C
fallt
D
fallen

Slide 23 - Quizvraag

Dieses Hotel (gefallen) ......................uns sehr gut.

Slide 24 - Open vraag

Die Hersteller (mv) (versprechen) ...............baldige Lieferung.

Slide 25 - Open vraag

De Sekretärin (empfangen) ................ die ausländische Kunden.

Slide 26 - Open vraag

Der Vertrag (ablaufen) .................. vorige Woche ......

Slide 27 - Open vraag

Sie (bieten)....................................................... mir zu wenig für mein Auto.

Slide 28 - Open vraag

Die Geschäfte (mv) (laufen) ........................nach Wunsch.

Slide 29 - Open vraag

Gebiedende wijs
kan toegepast worden ENKEL in
A
de tegenwoordige tijd
B
de verleden tijd

Slide 30 - Quizvraag

Zet de woorden tussen haakjes 
in de gebiedende wijs

Slide 31 - Tekstslide

Hans, (laufen) ...................................
schnell mal zum Metzger!
A
Lauf(e)
B
läuft

Slide 32 - Quizvraag

Kinder, (halten)................................
doch bitte mal den Mund!
A
hält
B
haltet
C
haltet
D
halten

Slide 33 - Quizvraag

(Laufen) ............................. weiter,
sagte der Polizist zu den Passanten.

Slide 34 - Open vraag

(Vergessen) ....................... nicht,
deine Eltern anzurufen!

Slide 35 - Open vraag

Meine Damen, (fallen) .......................Sie nicht!
Es ist glatt!

Slide 36 - Open vraag

Voltooide tijd

Slide 37 - Tekstslide

Kijk nu naar de lijst "sterke werkwoorden" (blz. 39, Grammatica Reader)!
In welke column staat de vorm die je nodig hebt om VOLTOOIDE TIJD te maken
A
column 1
B
column 2
C
column 3
D
column 4

Slide 38 - Quizvraag

Du hast Recht! Kollum 3! (Voltooid deelwoord)

Slide 39 - Tekstslide

Zet de woorden tussen de haakjes 
in voltooide tijd.

Slide 40 - Tekstslide

Nach 18 Uhr sind die Läden (schließen) ..............................................

Slide 41 - Open vraag

Wir sind erst um zehn Uhr nach Hause (gehen) ..............................

Slide 42 - Open vraag

Ich bin über die Höhe der Rechnung sehr (erschrecken)....................................

Slide 43 - Open vraag

Das Gesetz ist am 1. Januar in Kraft (treten)..................................

Slide 44 - Open vraag

Warum haben wir das Geld noch nicht (bekommen)........................................?

Slide 45 - Open vraag

Vielen Dank für 
die Zusammenarbeit!

Slide 46 - Tekstslide

Hausaufgabe 
siehe EduArte.

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide