H4 taalverzorging grammatica meewerkend voorwerp 1e les

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Lesboek
  • Schrift
  • Pen
  • 1-blik-agenda












1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Lesboek
  • Schrift
  • Pen
  • 1-blik-agenda












Slide 1 - Tekstslide

Schrijfdossier

Slide 2 - Tekstslide

Maandag 21 maart:
  • H4, taalverzorging (gramm.): opdr. 1 t/m 5 (blz. 106/107)
  • H3, taalverzorging (form.): opdr. 1 t/m 3 (blz. 82/83)

















Huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Maandag 28 maart:
  • Taalverzorging H3 en H4 (2x)


Toets

Slide 4 - Tekstslide






H4 Taalverzorging (grammatica)


H3 Taalverzorging (formuleren)















Na de lessen deze week...

  • kun je het meewerkend voorwerp van een zin vinden.

  • kun je verwijswoorden op de goede manier gebruiken.
Doel

Slide 5 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp
Vorige les

Slide 6 - Tekstslide

Je kunt het meewerkend voorwerp van een zin vinden.

Doel

Slide 7 - Tekstslide

  • Het meewerkend voorwerp ontvangt altijd. 
  • De woorden 'aan' of 'voor' staan er al, 
  • of kun je erbij denken.

  • De docent geeft de leerling uitleg.
  • De docent geeft uitleg aan de leerling.

Meewerkend voorwerp

Slide 8 - Tekstslide

  • De politie geeft boetes aan fietsers. 
  • aan wie + gez. + ow + lv?

  • Aan wie geeft de politie boetes?
  • aan fietsers
Het meewerkend voorwerp (mv)

Slide 9 - Tekstslide




1. Zoek de persoonsvorm (vraagproef of tijdproef).

2. Zoek het onderwerp (wie of wat + pv?).

3. Zoek het gezegde.

4. Zoek het lijdend voorwerp (wat/wie + gezegde + onderwerp?).



5. Zoek het meewerkend voorwerp (aan wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?).
Controleer of je aan kunt weglaten of kunt toevoegen.
Het meewerkend voorwerp (mv)

Slide 10 - Tekstslide





  • Stap 1: maak de opdrachten in je eentje en stil. Schrijf de antwoorden kort op in je schrift.
  • Stap 2: bespreek je antwoorden met diegene naast je. Hebben jullie niet hetzelfde? Overleg welk antwoord het beste is. Je komt samen tot één antwoord.
  • Stap 3: we bespreken de antwoorden samen. 
Schrijf de pv, ow, gez., lv en mv op.
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Je kunt het meewerkend voorwerp van een zin vinden.

Doel

Slide 12 - Tekstslide



Wat?
  • H4, taalverzorging (grammatica): opdr. 1 t/m 5 (blz. 106/107)

Hoe?
  • Boek + schrift

Klaar? 
  • Nakijken
  • H3, taalverzorging (formuleren): opdr. 1 t/m 3 (blz. 82/83)
  • Extra werkblad lv of mv




Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
 


Rood? Stil. 
Stel je vraag aan de docent (alleen als je echt niet verder kunt).
Geel? Fluisterniveau. 
Vraag diegene naast je.
Groen? Fluisterniveau. 
Vraag je buurman of buurvrouw of de docent.

Aan het werk
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide






Na deze les...
  • kun je het meewerkend voorwerp in een korte zin vinden. 


Doel

Slide 14 - Tekstslide

Volgende les

Woensdag:
  • Uitleg taalverzorging formuleren + maken

Maandag 21 maart:
  • H4, taalverzorging (gramm.): opdr. 1 t/m 5 (blz. 106/107)
  • H3, taalverzorging (form.): opdr. 1 t/m 3 (blz. 82/83)







Slide 15 - Tekstslide