Herhaling - oncologie

Herhaling - oncologie
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhaling - oncologie

Slide 1 - Tekstslide

Wat vernieuwd zich steeds in je lichaam?
A
Cellen
B
DNA
C
Haren
D
Hersencellen

Slide 2 - Quizvraag

Hoeveel mensen krijgen kanker?
A
1 op de 4 mensen
B
1 op de 3 mensen
C
1 op de 8 mensen
D
1 op de 6 mensen

Slide 3 - Quizvraag

Je hebt goedaardige en kwaadaardige kankercellen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heet een groep kankercellen bij elkaar?
A
Gezwel
B
Tumor
C
Ophoping
D
Weet niet

Slide 5 - Quizvraag

Bij kanker gaat een cel zich ongeremd delen.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Een mutatie is een verandering in het fenotype, veroorzaakt door milieufactoren.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Als in een lichaamscel een mutatie plaatsvindt, heeft dit meestal geen gevolgen.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Een gemuteerd gen in een geslachtscel kan een grote uitwerking hebben.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Het uitzaaien van een tumor noem je...
A
Metameer
B
Metastase
C
Extase
D
Hematogeen

Slide 10 - Quizvraag

Welk van onderstaande oncologische termen heeft de meest gunstige prognose?
A
Carcinoma in situ
B
Botmetastasen
C
Invasief coloncarcinoom
D
Leukemie

Slide 11 - Quizvraag

Risicofactoren voor kanker..
A
Erfelijkheid
B
Roken
C
Overgewicht
D
Straling

Slide 12 - Quizvraag

Hoe kunnen metastasen zich verspreiden?
A
Via de huid
B
Lymfogeen
C
Hematogeen
D
Via de longen

Slide 13 - Quizvraag

Welke vormen van leukemie zijn er?

Slide 14 - Open vraag

Welke bloeddeeltjes werken (met name) niet goed bij leukemie?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes

Slide 15 - Quizvraag

Welke lichamelijke
klachten ervaart een
persoon met Leukemie?

Slide 16 - Woordweb

Een symptoom die kan ontstaan bij een tekort aan witte bloedcellen is:
A
Vermoeidheid
B
Duizeligheid
C
Het regelmatig ontstaan van ernstige infecties.
D
Blauwe plekken

Slide 17 - Quizvraag

Een symptoom die kan ontstaan bij een tekort aan rode bloedcellen (bloedarmoede) is:
A
Blauwe plekken
B
Bloedingen
C
Een langzamer herstel van infecties
D
Duizeligheid

Slide 18 - Quizvraag

Een symptoom die kan ontstaan bij een tekort aan bloedplaatjes is:
A
Blauwe plekken
B
Bleekheid
C
Kortademigheid
D
Vermoeidheid

Slide 19 - Quizvraag

Welke onderzoeken ondergaat een persoon met Leukemie?

Slide 20 - Open vraag

Hoe groot is de kans dat iemand met Leukemie het overleeft?

Slide 21 - Open vraag

Chronische leukemie heeft vaak een gunstigere prognose dan de acute leukemie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Bij Chronische leukemie zijn de leukocyten jonger dan bij de acute leukemie?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Acute leukemie komt vaak voor bij volwassenen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Hodgkin-lymfoom heeft als gevolg:
(meerdere antwoorden zijn goed)
A
Verminderde afweer en abnormale celgroei lymfocyten
B
Verminderde afweer en het optreden van infecties
C
Het optreden van infecties en een verminderde afweer
D
Abnormale celgroei lymfocyten en toename van cellen

Slide 25 - Quizvraag

B-verschijnselen bij Hodgkin zijn:
(meerdere antwoorden zijn goed)
A
Lymfklier zwelling hals
B
Vermagering
C
Koorts
D
Nachtzweten

Slide 26 - Quizvraag

Welke uitspraak is niet waar?
A
In stadium 3 zijn de lymfegroepen aangedaan aan beide kanten van het diafragma (Hals en buik)
B
Indolente non-Hodgkin lymfomen hebben een lage maligniteitsgraad
C
Non-Hodgkin heeft een grillig verloop
D
Behandeling is afgestemd op basis van de bloeduitslagen

Slide 27 - Quizvraag

Welke uitspraak klopt?
A
Bij infectie rijpen lymfocyten tot plasmacellen
B
Plasmacellen ontstaan uit lymfocyten
C
Lymfocyten ontstaan uit plasmacellen
D
Bij Infectie rijpen plasmacellen tot lymfocyten

Slide 28 - Quizvraag