Nakijken Over taal H1: 1 en 2, uitleg homofoon en homoniem

- Nakijken 1 en 2 (Over taal H1)
- Uitleg homoniem en homofoon
- Huiswerk maken
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

- Nakijken 1 en 2 (Over taal H1)
- Uitleg homoniem en homofoon
- Huiswerk maken

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Over taal H1:

Je kent de betekenis van diverse schooltaalwoorden en moeilijke woorden.

Je kent verschillende woordraadstrategieën en past die toe.

Je kent het verschil tussen een homofoon en homoniem.




Slide 2 - Tekstslide

Nakijken opdracht 1 (Over taal H1)

  • 1 besluit, besluiten = afsluiten, eindigen
  • 2 wijt, wijten (aan) = zeggen dat iets ergens door komt
  • 3 handhaven = in stand houden
  • 4 accepteert, accepteren = aannemen
  • 5 gemonteerd, monteren = in elkaar zetten
  • 6 besluit, besluiten = beslissen




Slide 3 - Tekstslide

Nakijken opdracht 1 (Over taal H1)

  • 7 garandeert, garanderen = beloven dat iets zeker of goed is
  • 8 onderscheiden, onderscheiden = als verschillend herkennen
  • verstrekt, verstrekken = geven
  • 10 constateren = (in)zien dat iets is zoals het is
  • 11 stimuleert, stimuleren = aanmoedigen
  • 12 verworven, verwerven = in je bezit krijgen
  • 13 onderscheiden = herkennen, waarnemen, zien







Slide 4 - Tekstslide

Nakijken opdracht 1 (Over taal H1)

  • 14 suggereert, suggereren = (een idee) voorstellen
  • 15 reserveren = bewaren, vastleggen







Slide 5 - Tekstslide

Nakijken opdracht 2 (Over taal H1)

  • 1 activeren = werkzaam maken
  • 2 doorstart (de) = nieuwe start na een mislukking

  • 3 een steentje bijdragen = meehelpen
  • 4 factor (de) = onderdeel, medeoorzaak
  • 5 failliet = bankroet, niet in staat schulden te betalen


Slide 6 - Tekstslide

Nakijken opdracht 2 (Over taal H1)

  • 6 fanatiek = bezeten
  • 7 in eerste instantie = aanvankelijk, in het begin
  • 8 in het verschiet liggen = in de toekomst gaan gebeuren
  • 9 motorisch = in de manier waarop je beweegt
  • 10 reanimeren = weer tot leven wekken


Slide 7 - Tekstslide

Wat is een homoniem?

Slide 8 - Woordweb

Homoniem

een woord met twee betekenissen


- sla

- schop

- schotel

Slide 9 - Tekstslide

Bedenk een voorbeeld
van een homoniem.

Slide 10 - Woordweb

Homofoon

Een woord dat hetzelfde klinkt, maar dat je anders schrijft en dat iets anders betekent.


hard - hart

dauw - douw

Slide 11 - Tekstslide

Bedenk een voorbeeld
van een homofoon.

Slide 12 - Woordweb

Huiswerk

Over taal H1: 1, 2, 3, 4, 6 en 7


Ben je klaar? Werk verder aan je boekverslag of lees je boek uit.

Slide 13 - Tekstslide