Sinterklaas

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2,3

In der Stunde:

- Wörterliste besprechen

- Text lesen

- Nikolaus informationen

Am Ende der Stunde weißt du mehr von dem Nikolaustag in DACH-Länder

Wörter - Seite 106/107 - Kapitel 3

werkwoorden vervoegen - : Seite 110                    - Maak zinnen

1. Van sinaasappelen  kookt hij marmelade.

2. Het avondeten eten jullie met mes en vork.

3. Chocolade smaakt zoet.

4. De man bestelt een  portie ijs.

5. Misschien deelt zij het snoep.

Nakijken Aufgabe 1 & 2 - Seite 170

Herhalen Grammatik - Seite 110 - vervoegen ww.

Neu: De bezittelijke voornaamwoorden - leer de NL. vertalingen

Ik heb mijn boek vergeten.

Jij hebt jouw boek vergeten.

Let op ! -

De vrouwelijke  & meervoud woorden krijgen een -e achter het bezittelijke voornaamwoordn

Voorbeeld:

vrouwelijk & meervoud

die Banane - meine 

die Bananen - meine

Maar: 

der Apfel - mein Apfel

das Brot - mein Brot

Hausaufgaben für Freitag:

Machen Aufgaben 2 & 3  - Seite  170/171- Kapitel 3

Lernen: alle  Grammatik - Seite 110

Komt Sinterklaas ook in Duitstalige landen op bezoek? Zoja, welke landen.

Hoe vieren ze Sinterklaas in Duitstalige landen? Schrijf op wat je weet.

duitslandinstituut.nl

Op welke dag wordt Nikolaustag gevierd?

1. 4 december
2. 5 december
3. 6 december
4. 24 december

Tegenwoordig vieren we de …………………
van Nikolaus

1. verjaardag
2. naamdag

Vanwege zijn goede daden werd hij tot …………… benoemd.

1. bisschop
2. koning
3. graaf
4. leraar

Nikolaus und Knecht Ruprecht

• in den meisten Teilen Deutschlands (norden und mitten)
  
• Begleiter des  Nikolaus
• Ruprecht hatte eine Rute mit
• Er ist schmutzig und trägt braun oder schwarz
• Er bestrafft böse Kinder, die nicht brav sind
  

Wat hebben Nikolaus en Ruprecht altijd bij zich?

1. cadeaus, chocolade, roe
2. cadeaus, roe, gouden boek
3. chocolade, roe, gouden boek
4. cadeaus, gouden boek, chocolade

Waar staat Ruprecht symbool voor?

1. liefde
2. rijkdom
3. eerlijkheid
4. bedreiging

Hoe ziet Ruprecht er in het filmpje uit?

1. donkerbruine baard, lichtbruin haar, lichtbruine kleding, draagt een roe bij zich
2. donkerbruine baard, donkerbruine haren, donkerbruine kleding, draagt een zak bij zich
3. donkerbruine baard, donkerbruin haar, lichtbruine kleding, draagt een zak en roe bij zich
4. lichtbruine baard, lichtbruin haar, donkerbruine kleding, draagt een roe en zak bij zich

Nikolaus und Krampus

• In der Alpenregion (Österreich+Süddeutschland)
• Krampus begleitet Nikolaus
• Die machen Paraden durch die Straßen
• Eine dämonische Figur
• Kinder haben Angt vor dem Krampus
  

Weiter mit dem Buch:

Kapitel 3

Text Wolf Aufgabe 14 - Seite 100

Aufgabe 21 - schreiben - Seite 107

Hausaufgaben für Freitag:

Machen Aufgaben 21  - Seite  60- Kapitel 2

Lernen Wörter D/F - Seite 123

Wiederholen: 

werkwoorden

Seite 126 & 87

https: