QUIZVRAGEN AANVULLEN present perfect versus past simple

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Present Perfect

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Past Simple

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

I lived in Stein
I have lived in Stein
Present Perfect
Past Simple

Slide 6 - Sleepvraag

Verschil present perfect en past simple
  • Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen.
  • Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het verleden.

Slide 7 - Tekstslide

Verschil present perfect en past simple


Signaal woorden:

Present perfect: already, for, since, how long.
Past simple: last year, yesterday, in 2010, an hour ago.

Slide 8 - Tekstslide

Present perfect:
I ...... (read)
A
I read
B
I have read

Slide 9 - Quizvraag

Present perfect:
She .... (be)
A
She was
B
She has been

Slide 10 - Quizvraag

Maak present perfect:
I ..... eaten an apple.
A
have
B
has

Slide 11 - Quizvraag

Maak present perfect:
Peter ......... told a joke.
A
have
B
has

Slide 12 - Quizvraag

Welke woorden zijn signaalwoorden voor de Present Perfect?
A
never / ever / for / since
B
was / were / been
C
however / although / always
D
when / how / always

Slide 13 - Quizvraag