G2 Leren voor toets U2

G2 Leertips voor Toets U2
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

G2 Leertips voor Toets U2

Slide 1 - Tekstslide

Je leert
de werkwoorden pouvoir, vouloir, faire
de apprendre 1 tm 10 (N-F, F-N) (oef 10, 20, 26, 28, 29)
de kloktijden (opdr 9)
het bezittelijk voornaamwoord (uitleg op blz 64)
cultuur (blz 50, 51)
schrijfvaardigheid: opdr 8D, 16B, 18, 25

Slide 2 - Tekstslide

POUVOIR
kunnen/mogen

Slide 3 - Tekstslide

Pouvoir (kunnen/mogen)

Je peux
tu peux
il/elle/on peut

nous pouvons
vous pouvez
ils/elles peuvent
je/tu/:-x 
il/elle/on: -t
 
Nous: - ons 
Vous - ez 
ils/elles: - ent

Slide 4 - Tekstslide

Ik heb gekund/gemogen etc.
J'ai pu
Tu as pu
il a pu
on a pu
elle a pu

nous avons pu
vous avez pu
ils ont pu
elles ont pu

j' ai pu

Slide 5 - Tekstslide

VOULOIR
willen

Slide 6 - Tekstslide

Vouloir (willen)

Je veux
tu veux
il/elle/on veut

nous voulons
vous voulez
ils/elles veulent
je/tu/:-x
il/elle/on: -t

Nous: - ons
Vous - ez
ils/elles: - ent

Slide 7 - Tekstslide

Ik  heb gewild etc.

J'ai voulu
tu as voulu
il / elle / on a voulu

nous avons voulu
vous avez voulu
ils/elles ont voulu


j'ai voulu

Slide 8 - Tekstslide

FAIRE
doen/maken

Slide 9 - Tekstslide

Faire (doen/maken)

Je fais
tu fais
il/elle/on fait

nous faisons
vous faites
ils/elles font
je/tu/: -s
il/elle/on: -t

Nous: - ons
Vous - tes
ils/elles: - ont

Slide 10 - Tekstslide

Ik  heb gemaakt/gedaan etc.

J'ai fait
tu as fait
il / elle / on a fait

nous avons fait
vous avez fait
ils/elles ont fait


j'ai fait

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Het bezittelijk voornamwoord
3 filmpjes
de eerste is van Libre Service
de tweede gaat over het enkelvoud (mijn, jouw zijn,haar)
de derde gaat over het bezitt.vnw. meervoud (ons/onze, uw/jullie, hun etc.)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Een kijkje in Edition 'de knop theorie'
Wanneer je een opdracht maakt, klik rechts op het gele hoedje,
je krijgt dan de bijbehorende pagina's van je werkboek te zien!
Handig!

Slide 28 - Tekstslide