Herhaling 1.3+1.4

Herhaling §1.3+1.4
Staatsinrichting van Nederland
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Herhaling §1.3+1.4
Staatsinrichting van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Klassikale uitleg

Zelfstandig werken aan opdrachten classroom

Opdrachten nakijken
DOEN

Slide 2 - Tekstslide

...beschrijven hoe sociale wetten werden ingevoerd
en hoe het kiesrecht werd uitgebreid.

...uitleggen waarvoor feministen streden
tijdens de eerste feministische golf.

...beschrijven hoe na verkiezingen in Nederland
een regering wordt gevormd en welke rechten de Eerste en Tweede kamer hebben
Aan het einde van de les kan je...

Slide 3 - Tekstslide

Sommige liberalen veranderden van mening:
  • Er kwam extra armoede door een crisis in 1873.
  • Arbeiders werden uitgebuit en moesten maar leven van de liefdadigheid.
  • Liberalen zagen dat armoede niet altijd de schuld was van de arbeiders zelf.
  • Er kwamen daardoor toch sociale wetten.

Leerdoel:
Je kan beschrijven hoe sociale wetten werden ingevoerd en hoe het kiesrecht werd uitgebreid.
Begrippen:
caoutchouc-artikel
§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
A
DeBoze burgers
Nieuwe wetten

Slide 4 - Tekstslide

Sociale wetten:

Kinderwetje van Van Houten (1874)
Onder de 12 jaar niet in fabrieken werken

Ongevallenwet (1901)
Recht op uitkering als je door een ongeval in de fabriek niet meer kon werken

Woningwet (1901)
Woningen moeten aan bepaalde voorschriften voldoen
(bijv. ramen, eigen wc)
§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
A
DeBoze burgers
Nieuwe wetten

Slide 5 - Tekstslide

In 1887 werd de grondwet gewijzigd: het censuskiesrecht werd afgeschaft.
Het nieuwe artikel gaf aan alle mannen met ‘kentekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand’ kiesrecht.

Door de vaagheid kregen steeds meer mensen kiesrecht. Het kiesrecht werd steeds uitgerekt, net als rubber.
Het nieuwe artikel kreeg de bijnaam caoutchouc-artikel. (caoutchouc is Frans voor rubber)

§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
A
DeBoze burgers
Nieuwe wetten

Slide 6 - Tekstslide

19e eeuwse beeld van de vrouw:
  • Rijke vrouw verzorgt thuis het gezin. 
  • Arme vrouw werkte, maar verdiende minder dan de man
  • Getrouwde vrouwen mochten niet zonder toestemming man geld uitgeven
  • Vrouwen mochten niet doorleren
  • Vrouwen mochten bepaalde beroepen niet uitoefenen
Leerdoel:
Je kan uitleggen waarvoor feministen streden tijdens de eerste feministische golf.
Begrippen:
feminisme
eerste feministische golf
vrouwenkiesrecht
§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
B
DeBoze burgers
Rechten voor vrouwen

Slide 7 - Tekstslide

Deze positie van de vrouw zorgde voor de opkomst van het feminisme. Feministen strijden voor gelijke rechten en kansen voor vrouwen (vrouwenemancipatie)

§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
B
DeBoze burgers
Rechten voor vrouwen

Slide 8 - Tekstslide

Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs waren bekende feministen.
Zij hoorden bij de eerste feministische golf
  • In 1889 richtte Drucker de VVV (Vrije Vrouwen Vereeniging) op. Deze vereniging wilde dat mannen en vrouwen voor de wet gelijk zouden worden.
  • Later richtten Drucker en Jacobs samen de VvVK op (Vereeniging voor Vrouwen Kiesrecht)
  • De eerste feministen kwamen ook op voor toelating tot hoger onderwijs

§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
B
DeBoze burgers
Rechten voor vrouwen

Slide 9 - Tekstslide

De meningen over het vrouwenkiesrecht (het recht van vrouwen om te stemmen en GEKOZEN te worden) verschilden:
  • Socialisten steunden het, maar algemeen mannenkiesrecht vonden zij belangrijker: de arbeider gaat voor de vrouw
  • De confessionelen vonden het maar niets: politiek was iets voor het gezinshoofd (de man)
  • Liberalen waren verdeeld: de meesten wilden kiesrecht voor vrouwen

§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
B
DeBoze burgers
Rechten voor vrouwen

Slide 10 - Tekstslide

1917:
  • deel liberalen wilden algemeen kiesrecht
  • liberalen, socialisten, confessionelen besloten om voor elkaars wensen te stemmen.
  • de grondwet werd met tweederde meerderheid aangenomen
  • Dit wordt de pacificatie van 1917 genoemd (pacificatie betekent vrede)
Leerdoel:
Je kan uitleggen door welke veranderingen in 1917 en 1919 Nederland een echte democratie werd.
Begrippen:
pacificatie van 1917
evenredige vertegenwoordiging
parlementaire democratie
financiële gelijkstelling openbaar en bijzonder onderwijs

§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
C
DeBoze burgers
Algemeen kiesrecht

Slide 11 - Tekstslide

Veranderingen grondwet 1917:
  • Algemeen mannenkiesrecht
  • Financiële gelijkstelling openbaar en bijzonder onderwijs
  • evenredige vertegenwoordiging
§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
C
DeBoze burgers
Algemeen kiesrecht

Slide 12 - Tekstslide

Algemeen mannenkiesrecht
Alle mannen die ouder waren dan 23 jaar mochten stemmen.
§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
C
DeBoze burgers
Algemeen kiesrecht
Financiële gelijkstelling openbaar en bijzonder onderwijs
  • Overheid betaald nu ook het bijzonder onderwijs. 
  • Einde schoolstrijd

Slide 13 - Tekstslide

Evenredige vertegenwoordiging
  • Districtenstelsel wordt vervangen door stelsel van evenredige vertegenwoordiging.
  • Aantal procent stemmen = aantal procent zetels in de kamer
  • Nu konden kleine partijen ook een zetel krijgen. Dit heeft als nadeel dat samenwerken soms erg lastig is. 
§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
C
DeBoze burgers
Algemeen kiesrecht

Slide 14 - Tekstslide

1917: vrouwen passief kiesrecht. Vrouwen waren wel verkiesbaar, maar mochten niet stemmen.

1919: actief kiesrecht voor vrouwen

Vanaf dit moment is Nederland een parlementaire democratie
§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
C
DeBoze burgers
Algemeen kiesrecht

Slide 15 - Tekstslide

Invloed uitoefenen op bestuur:
  • Directe verkiezingen
    - gemeenteraad
    - Provinciale Staten
    - Tweede Kamer
  • Indirecte verkiezingen
    - Eerste Kamer
  • Referendum
    - stemmen over een wet of maatregel
    - uitslag is een advies voor de minister
Leerdoel:
Je kan beschrijven hoe na verkiezingen in Nederland een regering wordt gevormd.
Begrippen:
referendum
coalitie
oppositie
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
A
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur

Slide 16 - Tekstslide

De Tweede Kamer:
  • 150 zetels. De verkiezingen bepalen hoeveel zetels (stoelen) een partij krijgt
  • Om beslissingen te nemen moet er een meerderheid voor een wetsvoorstel stemmen (de helft + 1)
  • Daarom moeten partijen samenwerken: de coalitiepartijen
  • Zij leveren ministers voor de regering.
  • De partijen die niet in de regering zitten zijn oppositiepartijen
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
A
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
A
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur
Willem 1
Willem 2
Willem 3
Wilhelmina
Juliana
Beatrix
Willem-Alexander

Slide 19 - Tekstslide

Rechten van het parlement:
  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
  • Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
     
  • Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
     
  • Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
  • Het recht van enquête: Het recht om een zaak tot op de bodem uit te zoeken (een onderzoek instellen)

Leerdoel:
Je kan uitleggen welke rechten en taken de Tweede Kamer en de Eerste Kamer hebben.
Begrippen:
recht van budget
recht van interpellatie
recht van enquete
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur
 
recht van initiatief
recht van amendement

Slide 20 - Tekstslide

Rechten van het parlement:
  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
  • Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
     
  • Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
     
  • Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
  • Het recht van enquête: Het recht om een zaak tot op de bodem uit te zoeken (een onderzoek instellen)

Leerdoel:
Je kan uitleggen welke rechten en taken de Tweede Kamer en de Eerste Kamer hebben.
Begrippen:
recht van budget
recht van interpellatie
recht van enquete
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur
 
recht van initiatief
recht van amendement
Alleen de
Tweede Kamer
Eerste - en
Tweede Kamer 

Slide 21 - Tekstslide

Rechten van het parlement:
  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
  • Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
     
  • Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
     
  • Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
  • Het recht van enquête: Het recht om een zaak tot op de bodem uit te zoeken (een onderzoek instellen)

Leerdoel:
Je kan uitleggen welke rechten en taken de Tweede Kamer en de Eerste Kamer hebben.
Begrippen:
recht van budget
recht van interpellatie
recht van enquete
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur
 
recht van initiatief
recht van amendement
Wetgevende bevoegdheid
Wetgevende en controlerende
bevoegdheid
Controlerende bevoegdheid

Slide 22 - Tekstslide

Ook Nederlandse burgers hebben rechten.
De belangrijkste rechten staan in de grondwet: grondrechten.

Er zijn twee soorten grondrechten:
  • Klassieke grondrechten
  • Sociale grondrechten

Leerdoel:
Je kan uitleggen welke rechten en taken de Tweede Kamer en de Eerste Kamer hebben.
Begrippen:
klassieke grondrechten
sociale grondrechten
rechtsstaat

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie
 
wetgevende macht
uitvoerende macht
rechterlijke macht

Slide 23 - Tekstslide

Klassieke grondrechten stonden in de grondwet van 1848.
Ze zorgen ervoor dat Nederland democratisch en vrij is:
  • Vrijheid van godsdienst
  • Vrijheid van onderwijs
  • Vrijheid van meningsuiting
  • Vrijheid van drukpers: je mag je mening laten horen via internet, kranten of andere media
  • Vrijheid van vereniging en vergadering (bijv. eigen partij oprichten

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 24 - Tekstslide

De sociale grondrechten zijn in 1983 aan de grondwet toegevoegd. Ze beschermen burgers tegen slechte leefomstandigheden:
  • Recht op bestaanszekerheid
  • Recht op onderwijs
  • Recht op woongelegenheid
  • Recht op werk
  • Recht op medische zorg
  • Recht op bewoonbaarheid van het land
  • Recht op rechtsbijstand

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 25 - Tekstslide

Nederland is een rechtsstaat
In een rechtsstaat gelden de volgend regels:
  • alle burgers zijn voor de wet gelijk
  • bestuurders en rechters moeten zich ook aan de wet houden
  • burgers en bestuurders krijgen dezelfde straffen
  • rechters zijn onafhankelijk. De overheid kan ze niet zomaar ontslaan.
  • Niemand mag zomaar opgepakt of veroordeeld worden.  
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 26 - Tekstslide

De verschillende machten in ons land zijn gescheiden:
  • Wetgevende macht
  • Uitvoerende macht
  • Rechterlijke macht
Hierdoor kan de macht niet bij één instantie liggen

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 27 - Tekstslide

Wetgevende macht:
  • Dit is het recht om wetten te maken, te wijzigen en goed- of af te keuren.
  • In Nederland ligt deze macht voor het grootste deel bij het parlement.
  • Ministers mogen ook wetsvoorstellen indienen (recht van initiatief), maar dit moet wel goedgekeurd worden door het parlement.

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 28 - Tekstslide

Uitvoerende macht:
  • Dit is het recht om aangenomen wetten uit te voeren. Dit recht ligt bij de ministers. Zij vormen samen met de koning de regering

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 29 - Tekstslide

Rechterlijke macht:
  • Dit is het recht om te beslissen of iemand schuldig is en welke straf er wordt gegeven.
  • Alleen rechters hebben in Nederland dit recht
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag!
Herhalingsopdracht hoofdstuk 1 (classroom)

Opdracht 10 t/m 17

Klaar?
Oefenen op eindexamensite!
timer
1:00

Slide 31 - Tekstslide