4.1 Geslachtsorganen 4V 2324

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
  4.1 Geslachtsorganen/gender/geaardheid
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
  4.1 Geslachtsorganen/gender/geaardheid

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Doel 4.1
Je beschrijft de ontwikkeling, bouw en werking van de voortplantingsorganen en de vorming van secundaire geslachtskenmerken.
Je licht toe wat tertiaire geslachtskenmerken zijn, hoe seksuele geaardheid kan verschillen en wat ongewenste intimiteiten zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn

Slide 4 - Tekstslide

Aanleg gelachtsorganen
Jongens hebben chromosomen X en Y, meisjes hebben XX.
Bij aanwezigheid van een Y chromosoom is een SRY gen actief. Dit zorgt voor de ontwikkeling van testes (zaadballen) rond de 6e week.

Slide 5 - Tekstslide

Inwendig
Gang van Müller en gang van Wolff
allebei aanwezig.
XY:
Gangen van Wolff worden zaadleiders.
XX:
Gangen van Müller worden eileiders.

Slide 6 - Tekstslide

Uitwendig
Genitale knop: eikel of clitoris.
Randen genitale groeve: balzak of buitenste schaamlippen.
Genitale plooien: penis of binnenste schaamlippen.

Slide 7 - Tekstslide

Bouw geslachtsorganen

Slide 8 - Tekstslide






Urinebuis korter bij vrouwen-> grotere kans op blaasontsteking.
Vagina: lage pH door melkzuurbacteriën voorkomt ontwikkeling ongewenste schimmels en bacteriën.
Maagdenvlies - misleidende naam.
BINAS 86B1

Slide 9 - Tekstslide





In de eierstokken (ovaria) worden de eicellen geproduceerd.
Menstruatie - spieren van baarmoeder trekken samen en stoten baarmoederslijmvlies af.
BINAS 86B1

Slide 10 - Tekstslide





In de eierstok rijpen elke maand meerdere eicellen. Eentje wordt helemaal rijp.
BINAS 86B1

Slide 11 - Tekstslide




In de zaadballen worden de zaadcellen geproduceerd, ze worden opgeslagen in de bijballen.
Zaadcellen optimumtemperatuur: ongeveer 35°C .
Na de geboorte dalen de zaadballen in vanuit de buikholte.

BINAS 86A1

Slide 12 - Tekstslide




Bij een erectie vullen de zwellichamen zich met bloed.
Zaadlozing: spiertjes rondom bijbal trekken samen.
BINAS 86A1

Slide 13 - Tekstslide




Sperma: Zaadcellen met vocht van prostaatklier (base, neutraliseert zure omgeving vagina) en zaadblaasje (fructose (energie), prostaglandines (bevordert beweeglijkheid) en fibrinogeen (verdikking sperma)).
BINAS 86A1

Slide 14 - Tekstslide

Interseksueel
Er zijn verschillende genetische afwijkingen die er toe leiden dat iemand lichamelijk niet zuiver mannelijke óf vrouwelijke kenmerken heeft.
AOS: XY maar testes werken niet. Uitwendig een vrouw maar baarmoeder, eierstokken ontbreken.
Hermafroditisme: beide externe geslachtskenmerken zijn aanwezig.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Gender
Gender: Gender gaat over eigenschappen, gedragingen en rolpatronen die cultureel bepaald zijn voor elke sekse. Het gaat dus niet over biologische kenmerken, maar over sociale en culturele aspecten van het man- of vrouw-zijn. 

Slide 17 - Tekstslide

Genderidentiteit
Genderidentiteit gaat over wie mensen zijn, en hoe ze zich voelen. Als het geboortegeslacht van mensen past bij hoe zij zich voelen, heet dat cisgender. 
Trans(gender): De genderidentiteit past dan niet bij de sekse.  Non-binair: mensen die zich geen man of vrouw voelen, of een beetje man en een beetje vrouw. 

Slide 18 - Tekstslide

Geaardheid
Welke zijn er?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Ongewenst gedrag

Als iemand seksuele handelingen verricht bij je die je niet wilt is dat seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Als het om aanrakingen gaat noem je het ook wel ongewenste intimiteiten.

Slide 21 - Tekstslide

Doel 4.1
Je hebt de bouw van de vrouwelijke en mannelijke voortplantingsorganen geleerd
Je hebt geleerd hoe geslachtscellen ontstaan



Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode/ boek
Kies een leerweg (default B).
Maak 4.2: 3 t/m 9

Slide 23 - Tekstslide