HOM 2 - Masterclass Gesprekken voeren B1

Masterclass: Gesprekken voeren B1

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Masterclass: Gesprekken voeren B1

Slide 1 - Tekstslide

How is the exam built up? 
1. Samenhang
2. Bereik en beheersing van de woordenschat
3. Interactie en interactie strategieën
4.  Grammaticale correctheid
5. Vloeiendheid
6. Uitspraak
7. Afstemming taalgebruik op doel en gesprekspartner

Slide 2 - Tekstslide

1. Samenhang 
Voeg- en verwijswoorden (Conjunctions)


Wat zijn voegwoorden?
Wat zijn verwijswoorden?

Slide 3 - Tekstslide

Welke voeg- en verwijswoorden ken je in het Nederlands?

Slide 4 - Woordweb

Which conjunctions do you know in English?

Slide 5 - Woordweb

Eenvoudige voegwoorden:
and - or - but - because - after 
Example: I’m hungry but I don’t have any food.
Complexere voegwoorden: 
while - if - unless - even though - as soon as
Example: I can't send a message while I'm driving.
Eenvoudige verwijswoorden:
this - that - him - me - her
Example: Do you like that sandwhich? 
Complexere verwijswoorden:
Mine - himself - herself - myself - each other - which - whose - these - those
Example:  That’s the man whose car broke down.

Slide 6 - Tekstslide

2. Bereik en beheersing van de woordenschat

Try to imagine what the conversation will be like by studying the bullet points. 
In preparation for the exam: Try to find new words!
Translation: Linguee.nl and context.reverso.com
To use different words: Use a 'thesaurus'

Slide 7 - Tekstslide

3. Interactie en interactie strategieën 

Some tips: 
If you need time to think... try to repeat what I asked you!
When you didn't understand me, ask me to say it again!
When you don't know the word in English, try to describe what you mean!

Slide 8 - Tekstslide

4. Grammaticale correctheid

Mind your sentence structure.
Use the right verb in the right form.
Mind singular and plural words.

Slide 9 - Tekstslide

5. Vloeiendheid en 6. Uitspraak
Try to talk slowly and calmly.
Annunciate properly. 
Practice in the mirror!

Slide 10 - Tekstslide

7. Afstemming taalgebruik op doel en gesprekspartner


'Yes please'
'How are you?'
'Thank you so much for your time.'

Slide 11 - Tekstslide