Werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Nederlands

Werkwoordspelling

Welke vormen van het werkwoord ken jij?

Welke drie vormen moet ik echt onthouden bij werkwoordspelling?

1. persoonsvorm, infinitief, voltooid deelwoord
2. persoonsvorm, voltooid deelwoord, infinitief
3. persoonsvorm, infinitief, voltooid deelwoord
4. Ik zoek naar 't sexy fokschaap

Maak twee zinnen met bepaalt én bepaald?

Welke vormen van het werkwoord ken jij?

Wat gaaf dat zij dit nu ... (behandelen)!

1. behandelt
2. behandeld
3. behandelt
4. geen idee

Weet jij wat dat ... (inhouden)?

1. inhoud = zelfstandig naamwoord
2. inhoudt = pvtt
3. inhoud = voltooid deelwoord
4. Mijn gevoel zegt inhoud met een -d

Hij ... (heten vt) vroeger anders.

1. heette
2. hete
3. heet
4. heete

Hoeveel vliegtuigen ... (landen vt) op Schiphol?

1. landde
2. landen
3. landden
4. lande

Zij had haar kansen ...(verspelen vd).

1. verspeelt
2. verspelt
3. verspeld
4. verspeeld

Maak een zin met VERSPEELT

vt, tt en vd staan voor

1. verleden tijd, tegenwoordige tijd en voltooid deelwoord
2. verleden tijd, tegenwoordige tijd en voltooid deelwoord
3. verleden tijd, tegenwoordige tijd en voltooid deelwoord
4. verleden tijd, tegenwoordige tijd en voltooid deelwoord

De uitgeloten leerlingen zochten een oplossing.

1. Goed gespeld
2. Fout gespeld

Spelling van het vdbn zo kort mogelijk dus: de verlate leerlingen

1. goed
2. fout

De gebroken nacht, de uitgebarsten vulkaan, het gebogen hoofd, het gezonken schip

1. goed, want
2. fout, want
3. geen idee
4. ik twijfel

Het voltooid deelwoord van het werkwoord ervaren is ervaren dus: de ervaren leerling

1. nee, want leerling is enkelvoud
2. Ja, dat klopt
3. Ik twijfel.
4. Ik heb hier geen zin in.

De uitgelote leerlingen zochten een oplossing.

1. goed gespeld
2. fout gespeld

Waar staat vdbn voor?

Geef een voorbeeld van een vdbn. Dus: lidwoord + vdbn + zelfstandig naamwoord

Ik ben goed in werkwoordspelling.

😒🙁😐🙂😃