4.6 sociale veiligheid

De woonomgeving en sociale veiligheid
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De woonomgeving en sociale veiligheid

Slide 1 - Tekstslide

timer
0:30
welke woningkenmerken zijn er?

Slide 2 - Woordweb

timer
0:30
Welke bewonerskenmerken zijn er!?

Slide 3 - Woordweb

Kenmerken van 19e eeuwse arbeiderswijken zijn:
A
Slecht geïsoleerd, kleine kamers, wel centrale verwarming.
B
Kleine kamers, geen douches, aan de rand van de stad.
C
Kleine kamers, slecht geïsoleerd, tegen het centrum aan
D
Veel groen, grote woningen

Slide 4 - Quizvraag

Welke drie kenmerken zijn typisch voor nieuwbouwwijken (ook wel VINEX- wijken) in Nederland?
A dicht bij het centrum
B grote woningen
C kleine woningen
D veel groen
E ver van het centrum
F weinig groen

A
B, D, E
B
A, B, E
C
B, C, E
D
B, C, D

Slide 5 - Quizvraag

Wat is gentrificatie?
A
Het proces waarbij verschillende mensen meer gaan samenwerken.
B
Het proces van sanering en nieuwbouw
C
Het proces waarbij mensen met een hoger inkomen in een armere wijk komen wonen.
D
Het opknappen van een wijk

Slide 6 - Quizvraag

Verbanden tussen Woningkenmerken/bewonerskenmerken bijv:
Oudere, goedkopere, slecht onderhouden huurwoningen (flatwijken, vooroorlogse wijken) -> Lage inkomens (niet-westerse allochtonen, alleenstaande ouders, ouderen)

Duurdere, goed onderhouden koopwoningen (jaren '30, vinex, monumentale stadswoningen -> hoger inkomen (gezinnen met kinderen en autochtonen)


Slide 7 - Tekstslide

§4.6 Woonomgeving
  • Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je de gevolgen beschrijven van stedelijk beleid voor de leefbaarheid van wijken en buurten.
  • Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je de gevolgen beschrijven van stedelijk beleid voor de openbare ruimte.
  • Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je uitleggen welke maatregelen de leefbaarheid in een buurt kunnen verbeteren.
  • Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je uitleggen welke ontwikkelingen de leefbaarheid in een buurt zullen verslechteren.

Slide 8 - Tekstslide

Begrippen:
Sociale veiligheid
Sociale cohesie
Ruimtelijke segregatie
Objectieve veiligheid vs. subjectieve veiligheid
Fysieke maatregelen vs. sociale maatregelen

Slide 9 - Tekstslide

Woonomgevingskenmerken
De openbare ruimte en de aanwezigheid vanvoorzieningen. 
hebben invloed op:
De sociale cohesie 
en 
de sociale veiligheid

En bepalen samen de Leefbaarheid van een wijk

Slide 10 - Tekstslide

Sociale Cohesie
Het gevoel van saamhorigheid. Elkaar kennen en betrokken zijn bij elkaar. 

Te versterken door?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Ruimtelijke Segregatie
+

  • ruimte voor specifieke voorzieningen
  • contact met gelijk gestemden

Ruimtelijke Segregatie
-

  • weinig kennis = weinig begrip
  • kansarmen geen hulp van kansrijken


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Persoonskenmerken

Slide 25 - Tekstslide

Fysieke kenmerken van de buurt
Onderhoud
Toegankelijkheid
Overzichtelijkheid
Toezicht

Slide 26 - Tekstslide

Portiekflat
Galerijflat

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Sociale kenmerken van de buurt

Slide 29 - Tekstslide

'Vorig jaar zijn in de wijk Velve 44 aangiften gedaan van autodiefstal. Het gaat hier om...
timer
0:30
A
Subjectieve veiligheid
B
Objectieve veiligheid
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 30 - Quizvraag

De oma van Sjaak loopt liever niet door het tunneltje waar vaak jongeren hangen.
timer
0:30
A
Dit gaat over subjectieve (on)veiligheid
B
Dit gaan over objectieve (on)onveiligheid
C
Dit gaan over gentrificaite
D
Dit gaat over segregatie

Slide 31 - Quizvraag

Welke fysieke maatregelen kunnen genomen worden om het gevoel van veiligheid te vergroten?
timer
1:00

Slide 32 - Open vraag

Hoe kan sociale cohesie in een buurt leiden tot een grotere sociale veiligheid?

Slide 33 - Open vraag

To Do

- Aan de slag met paragraaf 4.6

Huiswerk:
Maak een foto van een plek in jouw buurt waar jij of iemand die je kent zich wel eens onveilig voelt. 
Inleveren op teams.  

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Opdracht
1. Kies een plek waarin jij of iemand die je kent zich wel eens onveilig voelt (en lever teams hier een screenshot van google streefview van in).
2. Bedenk en schrijf waardoor dit komt
3. Bedenk en schrijf andere zaken op waardoor jij of iemand die zich kent zich onveilig zou kunnen voelen
4. Deel de gevonden oorzaken van onveiligheid in de 3 categorieën in:
     1. Persoonskenmerken
     2. Fysische kenmerken van de buurt (openbare ruimte)
     3. Sociale kenmerken van de buurt

5. Bedenk voor minstens 1 oorzaak uit elke categorie een oplossing

Slide 36 - Tekstslide

Begrippen:
Sociale veiligheid
Sociale cohesie
Ruimtelijke segregatie
Objectieve veiligheid vs. subjectieve veiligheid
Fysieke maatregelen vs. sociale maatregelen

Slide 37 - Tekstslide

§4.6 Woonomgeving
  • Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je de gevolgen beschrijven van stedelijk beleid voor de leefbaarheid van wijken en buurten.
  • Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je de gevolgen beschrijven van stedelijk beleid voor de openbare ruimte.
  • Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je uitleggen welke maatregelen de leefbaarheid in een buurt kunnen verbeteren.
  • Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je uitleggen welke ontwikkelingen de leefbaarheid in een buurt zullen verslechteren.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide