20 december - verbos regulares & ropa - números

Indeling
Blauwe dia's = werkwoorden
Deze zijn het belangrijkst: aan het einde van de les laat je zien dat je regelmatige werkwoorden kent + ser, estar, tener en ir

Groene dia's = kledingstukken & kleuren

Gele dia's = getallen t/m 100
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Indeling
Blauwe dia's = werkwoorden
Deze zijn het belangrijkst: aan het einde van de les laat je zien dat je regelmatige werkwoorden kent + ser, estar, tener en ir

Groene dia's = kledingstukken & kleuren

Gele dia's = getallen t/m 100

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Aan het einde van de les weet je weer:
- Hoe je de regelmatige werkwoorden vervoegt
- Hoe je de onregelmatige werkwoorden (ser, estar, tener en ir) vervoegt .

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

El presente - verbos regulares

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leren vervoegen met VERBUGA - regelmatig - let op de instellingen: 
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ser o estar
Schrijf de rijtjes 2x in je schrift. Controleer bij de ster. 

Hoe vervoeg je ser?

Hoe vervoeg je estar?
soy
eres
es
somos
sois
son
estoy
estás
está
estamos
estáis
están
Leerdoel: ser en estar

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervoegingen 'ser' en 'estar' 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je: 
hay/ ser/ estar

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

El verbo IR
Yo
Voy
Vas 
El/ella/usted
Va
Nosotros/as
Vamos
Vosotros/as
Vais
Ellos/ellas/ustedes
Van 
ir=gaan    ir a=gaan naar     ir en=gaan met de

Vamos a la escuela. 

Slide 8 - Tekstslide

Aan het einde van de les gaan jullie zelfstandig opdracht 12 en 13 maken. Het eerste deel van opdracht 13 gaan we echter samen doen. 
Ik ga jullie twee luisterfragmenten laten horen. Bij het eerste fragment luister je naar de uitspraak van de vormen van IR. Zeg ze na en let op de uitspraak van de V. 
Voor het tweede fragment pakken we het werkboek erbij op bladzijde 13. Luister naar de zinnen en onderstreep de vorm van het werkwoord IR dat je hoort. 
Tener
tener = hebben


yo
tengo
tienes
él, ella, usted
tiene
nosotros
tenemos
vosotros
tenéis
ell@s, ustedes
tienen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leren vervoegen met VERBUGA - onregelmatig - let op de instellingen: 
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Maak hier de woordenzoeker: Woordzoeker La ropa

2. Vul op de volgende slide de Nederlandse vertaling in van de woorden die je hebt gevonden in de woordenzoeker

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kledingstukken zaten er in de woordzoeker? (NL)

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

los calcetines
la gorra
la falda
el vestido
la camisa
las zapatillas
los vaqueros
el pantalón 
la camiseta
las botas
el jersey

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de gele cijfers naar de groene getallen!
uno
dos
quince
cuatro
cinco
seis
siete
ocho
nueve
diez
once
doce
1
2
15
4
5
6
7
8
9
10
12
11

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ordena los números de menor a mayor (van klein naar groot,  van links naar rechts) 
20
100
ochenta
cien
cincuenta
treinta
veinte
cuarenta
sesenta
noventa
setenta

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

¡Números!

55
A
Cincuenta y cuatro
B
Catorce y cuatro
C
Cincuenta y cinco
D
Catorce y cinco

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¡Números!

79
A
Sesenta y nueve
B
Setenta y nueve
C
Sesenta y nuevo
D
Setenta y nuevo

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies