We lezen de tekst nu samen hardop en bespreken de moeilijke woorden.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
LezenBasisschoolGroep 5
In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Tekst nieuwsbegrip
Lees de tekst 1x voor jezelf
onderstreep woorden die voor jou moeilijk zijn.
We lezen de tekst nu samen hardop en bespreken de moeilijke woorden.
Slide 1 - Tekstslide
Wat gebeurde er in het jaartal 1863 (lees de zin bij het jaartal, soms ook even daarvoor / erachter)
Slide 2 - Open vraag
Wat gebeurde er in het jaartal 1968
Slide 3 - Open vraag
Wat gebeurde er in het jaartal 1985
Slide 4 - Open vraag
Wat gebeurde er in het jaartal 2002
Slide 5 - Open vraag
Wat gebeurde er in het jaartal 2020
Slide 6 - Open vraag
1. In regel 8 staat het woordje daarop. Waar verwijst dit woord naar?
A
op de metro
B
op een groot kunstwerk
C
op het water
D
op de rails
Slide 7 - Quizvraag
wat is een passagier (r8)
A
iemand die meereist
B
iemand die repareert
C
iemand die bestuurt
D
iemand die schoonmaakt
Slide 8 - Quizvraag
3. Lees de tekst onder het kopje Gered door een walvisstaart nog een keer. Wat is waar? Kies A, B, C of D. I. De twee walvisstaarten zijn gemaakt om metro’s te redden. II. De metro is gered door één walvisstaart, niet twee.
A
alleen 1 is waar
B
alleen 2 is waar
C
1 en 2 allebei niet waar
D
1 en 2 allebei wel waar
Slide 9 - Quizvraag
In regel 27-28 staat: Die metro reed tussen het Centraal Station en het Zuidplein. Inmiddels rijden er veel meer metro’s in Rotterdam. Wat betekent inmiddels?
A
nu
B
straks
C
eerder
D
dan
Slide 10 - Quizvraag
Welk kopje past ook bij het stukje tekst onder Metro? Kies het beste antwoord.
A
explosie
B
geschiedenis
C
kunstwerk
D
Spijkernisse
Slide 11 - Quizvraag
Heb je wel eens een ongeluk gezien of mee gemaakt?