2HV More future

Welcome all!

Today our lesson will be about the future tense. 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome all!

Today our lesson will be about the future tense. 

Slide 1 - Tekstslide

THE FUTURE (toekomst)
   * Er zijn vier werkwoordsvormen om over de toekomst te praten in het Engels.
Present Simple
Present Continuous
Will / Shall + hele werkwoord
to be going to + hele werkwoord

Slide 2 - Tekstslide

PRESENT SIMPLE
Wanneer gebruik je deze vorm?
* Als iets volgens schema gaat gebeuren, bv. de tijden van een trein.

Examples:
- The shop closes at 8 PM. 
- The bus arrives at 10.23 AM.

Slide 3 - Tekstslide

Present Continuous
Wanneer gebruik je deze vorm?
* Als dingen al gepland zijn en ze vrijwel zeker gaan gebeuren, bv. je geeft een feestje en hebt al een locatie geregeld.

Example:
- I  am throwing a party this Saturday.

Slide 4 - Tekstslide

Will / Shall + hele werkwoord
Wanneer gebruik je deze vorm?
* Als het plan ontstaat tijdens een gesprek
* Bij een voorspelling die gebaseerd is op een mening
* Bij een spontaan aanbod, weigeringen, beloftes, voorstellen of verzoeken.
* Bij feiten.
* Bij onzekerheid over de toekomst, i.c.m. possibly, probably, I think

(Zie voorbeelden op de volgende slide)
Je gebruikt shall in een vraagvorm waarin I of we het onderwerp is.

Slide 5 - Tekstslide

Will / Shall + hele werkwoord
Examples:
- Are you feeling sick? I will get you a cup of tea OF Shall I get you a cup of tea? 
- I think your party will be great!
- Will you go to the movies with me?
- There will always be a tomorrow. 
- I think we will not (or won't) see each other for a few weeks.
Wanneer gebruik je deze vorm?
* Als het plan ontstaat tijdens een gesprek
* Bij een voorspelling die gebaseerd is op een mening
* Bij een spontaan aanbod, weigeringen, beloftes, voorstellen of verzoeken.
* Bij feiten.
* Bij onzekerheid over de toekomst, i.c.m. possibly, probably, I think


Slide 6 - Tekstslide

To be going to + hele werkwoord
Wanneer gebruik je deze vorm?
* Als het plan er al was voor het gesprek.
* Bij een voorspelling die gebaseerd is op een aanwijzing.

Examples:
- We are going to take lots of pictures.
- The weather is going to be lovely today, look at the blue sky!


Slide 7 - Tekstslide

... you ... (to make) dinner tonight?
A
make
B
are making
C
will make
D
are going to make

Slide 8 - Quizvraag

Take your umbrella with you. I think it ... ... (to rain)
A
rains
B
is raining
C
will rain
D
is going to rain

Slide 9 - Quizvraag

That exercise looks difficult. I ... (help) you
A
help
B
am helping
C
will help
D
am going to help

Slide 10 - Quizvraag

The train ... (to leave) at 1.23 PM.
A
leaves
B
is leaving
C
will leave
D
is going to leave

Slide 11 - Quizvraag

Later on, I ... (to meet) Joe at the café.
A
meet
B
am meeting
C
will meet
D
am going to meet

Slide 12 - Quizvraag

I hope the weather ... (to be) nice.
A
is
B
will be
C
is going to be nice

Slide 13 - Quizvraag

Fill in the correct form. Typ de hele zin over.

I think our team ... (win)

Slide 14 - Open vraag

Fill in the correct form. Typ de hele zin over.

We ... (to get) the answer by mail.

Slide 15 - Open vraag

Fill in the correct form. Typ de hele zin over.

... I ... (to take) take your order?

Slide 16 - Open vraag

Fill in the correct form. Typ de hele zin over.

The supermarket ... (to open) at 8 AM.

Slide 17 - Open vraag

Fill in the correct form. Typ de hele zin over.

... they ... (to watch) a movie?

Slide 18 - Open vraag

Nog niet helemaal onder controle? Bekijk de video hierboven. Alles begrepen? Ga dan naar de volgende slide.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide