Paragraaf 4 Energie & vermogen

Hoofdstuk 4 Elektriciteit
Paragraaf 4 vermogen & energie






Blz. 158
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 Elektriciteit
Paragraaf 4 vermogen & energie






Blz. 158

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
  • Herhaling vorige les
  • Uitleggen wat vermogen (P) is
  • Vermogen (P) berekenen door U x I
  • Inzien wat invloed heeft op energieverbruik

Slide 2 - Tekstslide

Symbolen, serie- en parallelschakelingen

Slide 3 - Tekstslide

In een parallelschakeling verdeel je de
A
Stroomsterkte
B
Spanning
C
Serie
D
Licht

Slide 4 - Quizvraag

In een serieschakeling verdeel je de
A
Parallel
B
Stroomsterkte
C
Spanning
D
Licht

Slide 5 - Quizvraag

Welk symbool zie je hiernaast?

Slide 6 - Open vraag

Welk symbool zie je hiernaast?

Slide 7 - Open vraag

Elektrische energie
  • Hebben elektrische apparaten nodig om te doen wat ze moeten doen
  • Opgewekt in centrales
  • Elektrische energie kan je opslaan

Slide 8 - Tekstslide

Vermogen
  • Vermogen (P) = Spanning (U) x Stroomsterkte (I)
  • Vermogen is de energie die per seconde wordt gebruikt
  • Vermogen (P= grootheid) in watt (W= eenheid)

Slide 9 - Tekstslide

Thuis heb ik de nieuwste PS5. momenteel is er 230 V en 13 mA op aangesloten. Wat is het vermogen?
A
2.99 Watt
B
2990 Watt
C
17.7 Watt
D
17700 Watt

Slide 10 - Quizvraag

Totale energie verbruik
  • Combinatie van vermogen en tijd
  • De lager het vermogen de lager het energieverbruik
  • Denk aan je mobieltjes en laptops
      -> Software voor lagere energie verbruik als je het niet  gebruikt

Slide 11 - Tekstslide

Wat is vermogen?

Slide 12 - Open vraag

Formule van vermogen is
A
P = U / V
B
U= P / V
C
P = U x I
D
U = P x I

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de eenheid van vermogen?
A
Volt
B
Stroomsterkte
C
Coulomb
D
Watt

Slide 14 - Quizvraag

Elektrische energie

Slide 15 - Tekstslide

Vermogen
  • De energie die per seconde wordt gebruikt
  • P = U x I
  • Eenheid vermogen = watt (W)

Slide 16 - Tekstslide

Totale energieverbruik
  • combinatie van vermogen en tijd
  • De lager het vermogen de lager het energieverbruik
  • De hoger het vermogen de hoger het energieverbruik

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de opdrachten van paragraaf 4:
1 tot en met 11

klaar?:
12, 13 & 14

Slide 18 - Tekstslide