In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom 2htvtb!
Pak alvast je leesboek
Slide 1 - Tekstslide
Hallo 2vd!
Deze les:
Uitleg §5 en §6
Oefenen!
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoel
Je kan/weet
onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken in een tekst.
de belangrijkste informatie van een tekst beknopt weergeven in een schema of een samenvatting.
langere teksten met veel informatie lezen en begrijpen aan de hand van het stappenplan lezen.
Slide 3 - Tekstslide
Hoofd- en bijzaken
Slide 4 - Tekstslide
Hoofdzaken
De belangrijkste informatie over het onderwerp
Op voorkeursplaatsen: inleiding, slot en begin of einde van een alinea
Slide 5 - Tekstslide
Bijzaken
Informatie die minder belangrijk is (anekdotes, voorbeelden)
Kun je weglaten in een tekst > het belangrijkste blijft dan over
Slide 6 - Tekstslide
HOOFDZAKEN
- meestal aan het begin of het einde
- feiten, jaartallen of eigenschappen
Samenvatting:
alleen hoofdzaken opschrijven
BIJZAKEN
- extra uitleg en voorbeelden
- maken de tekst leuker,
duidelijker en beter te begrijpen
Slide 7 - Tekstslide
Wat is de hoofdzaak? De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag. Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.
___________________
A
De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag.
B
Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de hoofdzaak? Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen. De leerlingen moesten op de fiets naar het bos. In het bos werden ze in groepen ingedeeld.
________________
A
Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen.
B
De leerlingen moesten op de fiets naar het bos.
C
In het bos werden ze in groepen ingedeeld.
Slide 9 - Quizvraag
Kernzinnen en deelonderwerpen
In een tekst worden verschillende aspecten van het onderwerp besproken
Deelonderwerpen: verdeeld over de alinea's van de tekst
De hoofdzaak van een alinea staat in de kernzin
Meestal eerste, laatste en soms tweede zin van alinea
Andere zinnen: bevatten bijzaken
Slide 10 - Tekstslide
Het stappenplan lezen
Als je een tekst leest voor een proefwerk of SO, volg je een aantal stappen. Bedenk voordat je leest waarom de tekst leest. Bepaal dan welke stappen uit het stappenplan nodig zijn.
Slide 11 - Tekstslide
Stap 1: Oriënterend lezen
Het doel van oriënterend lezen is het onderwerp van de tekst vinden.
1. Bepaal het onderwerp van de tekst: lees de titel, bekijk de eventuele afbeelding(en) en lees de eerste alinea(’s).
2. Vraag je af:
- Wat weet ik al van dit onderwerp?
- Wat zou er over dit onderwerp in de tekst staan?
Slide 12 - Tekstslide
Het doel van globaal lezen is om deelonderwerpen te vinden.
3. Stel vast uit welke alinea(’s) de inleiding en het slot bestaan. Zet strepen tussen inleiding,
middenstuk en slot.
4. Probeer in het middenstuk deelonderwerpen te onderscheiden: lees van elke alinea het begin en het eind en ga op zoek naar kernzinnen. Zet een streep tussen alinea’s die elk bij een ander deelonderwerp horen.
Stap 2: Globaal lezen
Slide 13 - Tekstslide
Stap 3: Precies lezen
Het doel van precies lezen is weten waar de tekst over gaat.
5. Ga na of je eerdere verwachtingen over de tekst worden bevestigd.
6. Noteer (in de kantlijn) de betekenis van woorden die je niet kent: gebruik de woordraadstrategieën en zo nodig een woordenboek.
7. Markeer van elke alinea de kernzin of de woorden die samen de belangrijkste informatie bevatten.
8. Markeer de signaalwoorden die verbanden tussenalinea’s aangeven.
Slide 14 - Tekstslide
Stap 3: Precies lezen
9. Noteer (in de kantlijn) de deelonderwerpen: formuleer ze als een informerend kopje of als een vraag die in het betreffende tekstgedeelte wordt beantwoord.
10. Markeer de signaalwoorden die een verband tussen of binnen zinnen aangeven.
11. Markeer de hoofdgedachte van de tekst of noteer die in eigen woorden.
12. Noteer het (belangrijkste) tekstdoel.
Slide 15 - Tekstslide
Woordbegrip
Schrijf de volgende woorden op:
Minimaliseren
opgeleukt
uitspattingen
aanvaring
liberalisering
tijdgeest
in kwestie
interpretatie
heeft een prijs
afgezet tegen
Slide 16 - Tekstslide
Woordbegrip
Vind de juiste betekenis bij de woorden die je hebt opgeschreven:
bijzonderheden; afwijkingen van wat gewoon is
brengt verplichtingen met zich mee
conflict; meningsverschil
het vrijgeven; afschaffing van beperkingen/regels
manier waarop mensen denken of handelen in een bepaalde periode
opvatting; uitleg/invulling
vergeleken met
verfraaid; mooier gemaakt
waar het om ging; waarover gesproken werd
zo klein mogelijk maken
Slide 17 - Tekstslide
Woordbegrip
minimaliseren (al. 3) – 10. zo klein mogelijk maken
opgeleukt (al. 3) – 8. verfraaid; mooier gemaakt
uitspattingen (al. 4) – 1. bijzonderheden; afwijkingen van wat gewoon is
aanvaring (al. 4) – 3. conflict; meningsverschil
liberalisering (al. 4) – 4. het vrijgeven; afschaffing van beperkingen/regels
tijdgeest (al. 5) – 5. manier waarop mensen denken of handelen in een bepaalde periode
in kwestie (al. 5) – 9. waar het om ging; waarover gesproken werd