Bestellen en bestelpunt

Bestellen en bestelpunt
4.5 en 4.6
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bestellen en bestelpunt
4.5 en 4.6

Slide 1 - Tekstslide

Jenniek Mulder
Lerarenopleiding economie

Slide 2 - Tekstslide

Hebben jullie nog vragen aan mij?

Slide 3 - Open vraag

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
-ken je de begrippen bestelfrequentie, bestelgrootte en bestelpunt;
-kun je rekenen met bestel- en levertijden.

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer bestel je producten?

Slide 5 - Woordweb

Bestellen
Belangrijke zaken waar je op moet letten:
  • Besteleenheid -> hoeveelheid artikelen
  • bestelmoment -> verdelen in periodes
  • Bestelfrequentie -> hoe vaak bestel je
  • Bestelkosten -> hoe veel kost het om te bestellen

Slide 6 - Tekstslide

Bestelfrequentie
De bestelfrequentie hangt af van :
  • Besteleenheid
  • Bestelmoment
  • Omvang van de voorraad
  • Levertijd en bestelkosten
  • afzet en afzetpatroon
  • Houdbaarheid

Slide 7 - Tekstslide

Bestelfrequentie berekenen
Schoenenwinkel de Voetstap verkoopt per jaar ongeveer 650 paar schoenen. Er kan 50 paar per keer worden besteld. Bereken de bestelfrequentie.

Slide 8 - Tekstslide

Bestelgrootte
Jumbo bestelt 360 keer per jaar komkommers. Elk jaar worden er 3.960 komkommers verkocht. Bereken de bestelgrootte.

Slide 9 - Tekstslide

Als de bestelfrequentie stijgt, wat gebeurt er dan met de bestelgrootte (als de jaarafzet gelijk blijft)?
A
Bestelgrootte blijft gelijk
B
Bestelgrootte stijgt ook
C
Bestelgrootte daalt

Slide 10 - Quizvraag

Als de bestelgrootte stijgt, wat gebeurt er dan met de bestelfrequentie (als de jaarafzet gelijk blijft)?
A
De bestelfrequentie daalt
B
De bestelfrequentie blijft gelijk
C
De bestelfrequentie stijgt

Slide 11 - Quizvraag

Bestelkosten
  • Verzend- of transportkosten
  • Personeelskosten
  • Administratiekosten 

Slide 12 - Tekstslide

4.6 Bestelpunt

Slide 13 - Tekstslide

Bestelpunt
Bestelpunt = het moment waarop je gaat bestellen omdat je minimumvoorraad is bereikt.

Je zorgt dat je voorraad nooit helemaal nul is. De voorraad die dit moet voorkomen noem je de veiligheidsvoorraad.

Slide 14 - Tekstslide

Bestelpunt
Jesse heeft een badkamerspeciaalzaak. Hij verkoopt spiegels voor badkamers. Hij heeft nog 5 spiegels op voorraad en bij de leverancier kan hij steeds 10 of 20 spiegels bestellen.
Gemiddelde afzet per week = 3 stuks
Levertijd = 2 weken
Veiligheidsvoorraad = 4 stuks

Slide 15 - Tekstslide

Bestelpunt
Belangrijke aandachtspunten:
-Gebruik in je formule dezelfde eenheden (dag/week/maand) !!
-Let bij het bestellen op het bestelinterval (mag je op elk moment bestellen of kan dit maar 1x per periode?)

Slide 16 - Tekstslide

Zelfstandig werken
De eerste vijf minuten in stilte, daarna mag er overlegd worden

Slide 17 - Tekstslide

Wat is je het meest bijgebleven van deze les?

Slide 18 - Open vraag