Homoniemen en homofonen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Meer of minder realistisch,
waar let je op?

Meer of minder realistisch kun je zien aan:

• de omgeving;
  
• de tijd;
  
• hoe personages met elkaar praten en omgaan;
  
• gedachten, bezigheden en problemen van personages;
  
• de ‘toevalligheid’ van de gebeurtenissen;
  
• fantasie-elementen;
  
• de afloop van het verhaal.

Meer of minder realistisch?

Is jouw boek meer of minder realistisch en waar zie je dat aan?

De opbouw van verhalen

Over taal blok 1: homoniemen en homofonen

Wat valt je op aan de volgende zinnen?
- Hij besluit zijn spreekbeurt met een quiz.
- De school neemt een besluit over het rooster.

Wat is de betekenis van het woord 'vorst' in de volgende zinnen?
- Soms heb je al vroeg in de winter vorst.
- Sommige landen hebben nog een vorst.

Opdracht

• Maak zinnen met de volgende woorden: arm, manen, licht en pitten.
• Vergelijk jouw zin met die van je buurman of buurvrouw, hebben jullie de woorden in dezelfde betekenis gebruikt?

Homoniem

Een woord met meerdere betekenissen.

Wat valt je op aan de volgende zinnen?
- Die bordjes leiden naar de uitgang.
- Veel mensen lijden aan een allergie.

Wat is het verschil tussen 'rauw' en 'rouw'?

Homofonen

Twee woorden klinken hetzelfde, maar je schrijft ze verschillend en ze hebben ook  verschillende betekenissen. 

Kun je homofonen bedenken?

Weetje

Er zijn ook woorden die je hetzelfde schrijft, maar die je anders uitspreekt en ook verschillende betekenissen hebben, die noem je homografen. 

Opdracht

• Maak de opdrachten 3, 4 en 6 van Over taal, blok 1
• Klaar? Kijk dan of je een verklaring voor de slechte vertaling in opdracht 5 kunt geven. 
• Alles af? Pak je leesboek en ga lezen.