1. Elke deelnemer aan het overleg mag zijn oplossing/keuze toelichten.
2. Hierna worden de voor- en nadelen van deze oplossing/keuze besproken. Andere deelnemers kunnen instemmen of hier tegenin gaan.
3. Als iedereen het erover eens is dat de nadelen zwaarder wegen dan de voordelen, dan zal deze oplossing/keuze afvallen.
4. Zo worden alle voorstellen besproken.
5. De beste oplossing/keuze wordt gezamenlijk gekozen.