week 25 laatste vaste les voor de toets

Klas 2: geschiedenis, 

Binnen= beginnen:
  • Ga rustig zitten volgens de klassenplattegrond.

  • Pak alvast je leerboek en schrift 

Vandaag: toets voorbereiding!



1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Klas 2: geschiedenis, 

Binnen= beginnen:
  • Ga rustig zitten volgens de klassenplattegrond.

  • Pak alvast je leerboek en schrift 

Vandaag: toets voorbereiding!



Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  1. Lesdoelen (5 min)
  2. Wat moet je kennen en kunnen?
  3. OEFENToets maken en nakijken
  4. Afsluiting (5 min)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les weet je wat je moet kennen en kunnen voor de toets, kun je zelf aan de slag met de lesstof en weet je waar je nog extra op moet oefenen.

Slide 3 - Tekstslide

De toets

Zie de studiewijzer in MAGISTER!
























Slide 4 - Tekstslide

Oefentoets maken en bespreken

Zelfstandig en stilte
timer
20:00

Slide 5 - Tekstslide

Betrouwbaarheid bronnen
Waar let je op?

Slide 6 - Tekstslide

1) Wanneer is de bron gemaakt?
Is de bron afkomstig van een ooggetuige of is het pas later opgeschreven?

Slide 7 - Tekstslide

2) Maker van de bron
Wie heeft de bron geschreven/gemaakt? 

Is deze persoon onafhankelijk en objectief of heeft hij er belang bij iets mooier of slechter uit te beelden?

Slide 8 - Tekstslide

3) Bedoeling van de maker/inhoud
Wat staat er in de bron of wat is er te zien op de afbeelding? Klopt dit met wat je geleerd hebt? Zijn het vooral meningen of feiten?

Slide 9 - Tekstslide

Hoe beantwoord je een vraag bij geschiedenis? Noem de juiste stappen.

Slide 10 - Open vraag

Stappenplan
1. Lees de vraag. 
2. Onderstreep de gedeeltes van de vraag waar je antwoord op moet geven (de vraag elementen). 
3. Beantwoord de vraag aan de hand van de OUD-structuur (uitleg hierna)

Slide 11 - Tekstslide

(H).O.U.D. -structuur

O = staat voor omdat. Je herhaalt de vraag en vult deze aan met het woord omdat.
U = staat voor uitleg. Je geeft historische uitleg/informatie die antwoord geeft op de gestelde vraag.
D = staat voor daarom of daardoor. Je uitleg wordt gevolgd door daarom/daardoor, omdat je een conclusie gaat trekken uit je historische uitleg. Dit is de afsluiting van je vraag. Een conclusie is altijd kort en bondig geformuleerd.


Slide 12 - Tekstslide

Toets voorbereiden!

Bereid je voor op de toets:
Vragen stellen, Mindmap maken, Zelftoets maken, flitskaarten, 5xW1xH.......


Slide 13 - Tekstslide