Module 10 - Congruentie en symmetrie

Module 10
Congruentie en symmetrie
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeSecundair onderwijs

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Module 10
Congruentie en symmetrie

Slide 1 - Tekstslide

Welke transformaties worden er met het hondje uitgevoerd?

Slide 2 - Tekstslide

Bekijk de vorm van de hond in elke figuur. Is er een verband?

Slide 3 - Tekstslide

Is er een verband tussen de vormen van de verschillende hondjes?
A
Ja, de vorm van de hondjes verkleint met factor 2.
B
Neen, elk hondje heeft een andere vorm.
C
Ik heb geen idee.
D
Ja, elk hondje heeft eenzelfde vorm.

Slide 4 - Quizvraag

Meet de afstand tussen de pootjes van de hond in elke figuur. Is er een verband?

Slide 5 - Tekstslide

Is er een verband tussen de groottes van de verschillende hondjes?
A
Ja, de grootte van het hondje is steeds gelijk.
B
Ja, de grootte van het laatste hondje is de helft van het eerste.
C
Neen, de grootte van het hondje verschilt in elke afbeelding.
D
Ik heb geen idee.

Slide 6 - Quizvraag

Besluit
  • Hondjes blijven gelijk van vorm
  • Hondjes blijven even groot
  • Congruente figuren

Slide 7 - Tekstslide

Zelfde grootte + Zelfde vorm
= Congruente figuren
Figuur 1 ≅ Figuur 2

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Welke driehoeken zijn congruent aan driehoek ABC? Noteer op je werkblad.

Slide 10 - Tekstslide

Meet de zijden van beide figuren en noteer op je werkblad.

Slide 11 - Tekstslide

Overeenkomstige zijden en hoeken
|AB| = |SP|
|BC| = |PQ|
|CD| = |QR|
|DA| = |RS|

Slide 12 - Tekstslide

Oefeningen 2 en 3 in Nando op pagina 5 en 6.
A
Ik ben klaar!

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Congruente driehoeken

Slide 18 - Tekstslide

Sleep de overeenkomstige zijden en overeenkomstige hoeken naar de juiste component.

Slide 19 - Tekstslide

Hoek A
Hoek B
Hoek C
Zijde [AB]
Zijde [BC]
Zijde [CA]
Hoek D
Hoek E
Hoek F
Zijde [DE]
Zijde [FD]
Zijde [EF]

Slide 20 - Sleepvraag

∆ABC ≅ ∆DEF
Driehoek ABC is congruent met driehoek DEF

Slide 21 - Tekstslide

Als twee driehoeken congruent zijn, dan zijn de drie paren overeenkomstige zijden even lang en zijn de drie paren overeenkomstige hoeken even groot.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Als in twee driehoeken de drie paren overeenkomstige zijden even lang zijn en de drie paren overeenkomstige hoeken even groot, dan zijn deze driehoeken congruent.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

De implicatiepijl geldt in beide richtingen : ⟹ én ⟸
DUS equivalentiepijl: ⟺

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Oefeningen 4, 6 en 8 op pagina 18 en 19 in Nando
A
Ik ben klaar!

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Oplossing oefening 4

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Oplossing oefening 6

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Oplossing oefening 8

Slide 34 - Tekstslide

Congruentie en symmetrie
Symmetrieas? 

Slide 35 - Tekstslide

Een symmetrieas verdeelt de vlakke figuur in twee congruente figuren.

Slide 36 - Tekstslide

Een symmetrievlak verdeelt een 3D-object in twee congruente 3D-objecten.

Slide 37 - Tekstslide

Oefening 4a p6

Slide 38 - Tekstslide

Oefening 4a p6

Slide 39 - Tekstslide

Oefening 4b p6

Slide 40 - Tekstslide

Oefening 4b p6

Slide 41 - Tekstslide

Oefening 4c p6

Slide 42 - Tekstslide

Oefening 4C p6

Slide 43 - Tekstslide

Extra bundel
Klaar? Lees p 7 en 8 in Nando.
A
Ik ben klaar!

Slide 44 - Quizvraag